Het jaar 2014 telt nog 31 dagen. Om de
pijn te verlichten van het korter worden der dagen breng ik u elke
dag één van mijn persoonlijke, met zorg samengestelde, top 100 nummers
aller tijden, met aan elk nummer een associatief verhaal of gedicht.
Het jongetje bekeek de oude grijze man, maar deinsde niet terug.
'Ik ben Floris van uit de buurt. Ik ben van mijn huis weggestuurd.'
Eensteentje bekeek de kleine jongen van top tot teen en vroeg hem
toen maar binnen te komen. Hij had al jaren geen gezelschap gehad en
het leek hem wel gezellig. Toen het jongetje binnen kwam zag hij over
grote tekeningen van viaducten en andere gebouwen. Hij vroeg waarom
de oude man al deze tekeningen had. Eensteentje begon toen spontaan
te huilen en vertelde dat hij vroeger een beroemdheid was in het
verre koninkrijk, maar dat op een dag alle cijfers in letters waren
veranderd en dat hij deze niet kon lezen. Eensteentje huilde tranen
met tuiten en Floris kreeg enorm veel medelijden met hem. Hij vroeg
zich af hoe hij hem kon helpen en toen opeens schoot hem de
Kwantumboom te binnen.
'Ik ken een boom waar je alles mag wensen. Dus wens de letters terug
naar cijfers en keer dan terug naar de mensen.'
En zo geschiedde het dat Floris de jongen en Eensteentje de oude man
samen op zoek gingen naar de Kwantumboom, die alleen daar verscheen
waar je hem het minst verwachtte. Hun zoektocht duurde en duurde.
Nergens vonden ze een aanwijzing waar de magische boom kon zijn en na
vier seizoenen gaven ze het op. Zo keerde Eensteentje terug naar zijn
hut, maar toen hij aankwam stond de magische boom plots voor zijn
deur. Hij was dolblij en uitte zijn wens.
'Mogen cijfers
weer cijfers zijn,
Dan verlies ik
misschien mijn pijn.'
Maar de boom sprak terug en vertelde dat de wens helaas onmogelijk
was. Hij vertelde Eensteentje dat pas wanneer de ridder genaamd Q zou
sterven, letters weer cijfers konden worden. Eensteentje begreep toen
wat er gebeurd was en werd ziedend op zijn vroegere riddercollega.
Hij wilde woedend weglopen, maar Floris hield hem tegen. 'U moet
wensen dat u kan lezen, dan kunt u terug keren en kunt u weer worden
geprezen.' Het was een schot in de roos. De wens werd gewenst en
Eensteentje kon lezen. Hij schoor zijn wilde baard af en keerde terug
naar het koninkrijk, vastberaden om Q een lesje te leren en zijn eer
terug te winnen.
Eenmaal aangekomen wist niemand meer wie hij was en zo kon hij zich
vrij rond bewegen in het koninkrijk waar hij nog steeds uit verbannen
was. Direct begaf hij zich naar het ridderkwartier en wenste hij een
audiëntie bij Q, maar deze werd hem geweigerd. Daarop zei hij:
'Ik schrijf een wedstrijd uit voor het grootste genie van het land.
Als hij van mij kan winnen in het bouwen van het mooiste gebouw
verdient hij mijn prachtige dochters hand.'
Toen Q van de uitdaging hoorde, wuifde hij deze
eerst weg, maar nadat de geruchten over de grote schoonheid
van de vreemdelingendochter steeds hardnekkiger werden begon zijn
interesse te groeien. Zijn derde vrouw was hij zat geworden en hij
wilde graag opnieuw trouwen op zijn oude dag. Na een week besloot hij
het toch te doen.
Toen Q de vreemdeling zag, wist hij meteen dat het Eensteentje was,
maar hij besloot niets te zeggen. Hij wilde zijn oude rivaal het
liefst nogmaals vernederen. Eerst door hem in de wedstrijd te
verslaan en dan ook nog zijn dochter van hem te nemen. Hij wreef in
zijn handen en slaakte een hevige lach.
De wedstrijd voor het bouwen van het mooiste gebouw begon en Q kreeg
een geweldig team van bouwexperts om zich heen. De regels waren
echter zo opgesteld dat hij zelf iets moest ontwerpen en van
architectuur had hij geen kaas gegeten. Eensteentje wist echter dat Q
alles zou doen om vals te spelen en maakte toen in het geheim een
bouwtekening van een reusachtig standbeeld van Q. Hij gaf Floris de
taak de bouwtekening onder het kussen van Q te stoppen terwijl hij
sliep, zodat hij zou denken dat hij het zelf bij elkaar had gedroomd.
De dag erna werd Q wakker en zag hij de geniale tekening van het
standbeeld. Hij liet zou team het beeld direct bouwen en een half
jaar later werd het met groots vertoon onthuld in de stad. Daar
Eensteentje niets had gebouwd leek het voor iedereen duidelijk wie de
winnaar was. Er werd een groot feest gevierd rondom het beeld op het
plein en de trotse ridder danste het hardste van iedereen. Hij wist
echter niet dat er een grote misrekening in de bouwplannen van het
beeld zat. Het hoofd lag er los op en tijdens
het feest schudde het plein zo erg dat het hoofd van het beeld afviel
en Q verpletterde.
Het was voor de stad nu duidelijk dat Q's ontwerp gefaald was en
Eensteentje werd alsnog uitgeroepen tot de winnaar. Toen hem gevraagd
werd wie hij was en waarom hij geen gebouw had gemaakt riep hij uit.
'Al de gebouwen, hier om je heen.
die zijn van mij,
muur voor muur
en steen voor steen.
Ik woonde hier vroeger,
en heette Eensteentje.
Ik was een genie,
Jullie fenomeentje'
Plots herkende de oude mensen hem weer. Het
vroegere verbannen genie was teruggekeerd! Ze sloten hem weer in hun
armen en vertelde dat het hen speet. En zo leefde Eensteentje,
nu Eensteen genoemd, nog lang in gelukkig in het koninkrijk als
opperridder en baas van de architectuur.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten