vrijdag 30 maart 2012

Paarden


Tekst van het nummer 'Paarden'. Een nummer dat gaat verschijnen op het album dat ik dit jaar hoop op gaan nemen:

Ik liep,
over het strand.
Daar zag ik in een flits,
twee paarden in brand.
Ze renden in paniek,
de vlammen werden hen kritiek.
Hun benen stoomde als een trein
en de vlammen trokken op,
van hun staart tot in hun brein.

Ze renden,
naar het water toe,
maar de zee ebte weg,
en de paarden werden moe.
Het zand zo droog als een woestijn,
De vlammen eten verder van hun brein.
Het water liet ze in de steek.
En de paarden stonden stil,
tot er eentje naar mij keek.

Ik rende,
naar de duinen zo hard
en de paarden achter mij,
hun lichaam zowat zwart.
Hun ogen vol met bloed en as,
alsof een duivel ze voorzag met gas.
Ik liep zo hard maar viel naar benee,
Ik dacht 'dit is het eind',
maar daar was plotseling de zee.


Een duinpad,
loopt stijl omhoog,
Het helmgras is scherp,
maar het houdt mijn voeten droog.
Een dood zwart oog kijkt stil naar mij,
Ik voel geen angst maar voel me ook niet blij,
het is een gevoel wat ik niet ken,
alsof ik iemand ben,
die ik niet ben,

dinsdag 27 maart 2012

De Scheiding

Een spiegeling van 'Het Huwelijk" van Willem Elsschot en Tom Layone's 'De Wederhelft' (Hier te vinden).

De Scheiding - Jochem F. Melis

Toen de man zijn vrouw haar nek had vastgegrepen,
haar ogen had zien puilen en haar strot had dichtgeknepen,
en toen hij had begrepen dat haar laatste adem op was,
zag hij haar aan en vrat zich op van spijt.

Hij jankte en ging te keer en sloeg op de koude grond.
Hij wende tevergeefs zijn blik af, maar kon nu slechts begeren.
Het bleek dat hij zijn vrouw toch niet kon ontberen,
Hij smeekte haar lijk levend als een feniks uit haar as.

Maar leven deed zij nooit meer, al blies zijn volle mond,
de adem van het leven, dat haar niet ontwaakte.
Zij zal niet spreken meer, niet vrijen en hij wraakte,
de tijd wanneer hij haar lichaam had versmaad.

Hij panikeerde en hij riep, ik steek het huis in brand!
Ik moet haar bloed van mijn vuile handen wassen,
of ik moet branden in het vuur of verdrinken in de plassen.
Zo heeft niemand weet wat ik hier jou aandeed.

Maar ontkomen deed hij niet, want tussen droom en daad
staan wetten in den weg en praktische bezwaren,
en ook weemoedigheid die niemand kan verklaren,
die des avonds komt, wanneer men slapen gaat.

Zo gingen jaren heen, en de kinderen miste hun vader,
die niets meer at en niets meer dronk,
maar niet stierf hoe graag hij het ook wilde,
alsof God hem eeuwig leven schonk.