vrijdag 26 december 2014

Blackwater Park

Het jaar 2014 telt nog 6 dagen. Om de pijn te verlichten van het korter worden der dagen breng ik u elke dag één van mijn persoonlijke, met zorg samengestelde, top 100 nummers aller tijden, met aan elk nummer een associatief verhaal of gedicht gebonden.

Nummer 6: Opeth - Blackwater Park
 

Die avond lag ik naast mijn broertje in bed te woelen. Ik probeerde de puzzelstukjes van de gebeurtenissen bij de stacaravan in elkaar te passen, maar het lukte maar half. Na uren wakker te hebben gelegen, besloot ik toch maar weer een nachtwandeling te maken.
Ik stapte onze caravan uit en werd begroet door een volle maan die zijn felle licht in mijn gezicht scheen. Gebiologeerd door het grote gele object in de lucht bleef ik in de deuropening staan. Ik voelde mijn hard sneller en heviger kloppen. Ik stak mijn hand in de lucht en deed een aantal stappen richting de maan. De deur van de caravan viel met een doffe klap dicht, maar het geluid werd voor mij gedempt door de hypnotische staat waarin ik verkeerde. Uit mijn vingertoppen groeiden nu snel lange puntvormige nagels. Mijn hand werd minstens twee keer zo groot en dik behaard. In mijn mond voelde ik een rij vlijmscherpe tanden ontstaan, wat een primitief verlangen naar rauw vlees aanwakkerde. Mijn borst- en rugspieren groeiden dusdanig dat ik uit mijn kleding scheurde, maar de dikke vacht die ontstond blokkeerde elke vorm van kou. Mijn ogen kleurden geel en zagen de nacht alsof het dag was. Mijn benen groeiden hevig en ik kwam nu tot het dak van de caravan naast me.
Mijn transformatie duurde uiteindelijk slechts een minuut of twee. Ik keek omhoog, jankte hard en hoog naar de maan en begon toen op vier voeten richting het bos te rennen. Met ogen die het donker doorboorden en overmeesterden sprong ik behendig, zonder ook maar een takje te breken, tussen de bomen door. Binnen luttele minuten was ik op de open plek, tussen de paddenstoelen waar ik mijn maagdelijkheid gisteren verloren was. In het midden stond Lilah, naakt, stilletjes huilend en vol blauwe plekken en schrammen. Rustig liep ik op haar af en begon haar wonden te likken. Haar donkergroene ogen vonden de mijne en ik veranderde weer een beetje terug in mijn oude staat. Hoewel ik nog steeds een wolfachtig monster was, bedreven we de liefde, dit maal teder en zacht. We keken elkaar aan en knikten. Ik wist wat mij te doen stond. Lilah sprong op mijn rug en we renden terug naar de camping.
We stopten voor John's stacaravan. Het wolkendek was samengetrokken en kleurde de nacht zwart in. Op de plaats van de maan was er echter een gat en de magische gele rots bescheen ons als een spotlicht. Lilah keek naar de plek des onheils en wendde toen haar hoofd af. Ik keek omhoog, naar de grootste maan die ik ooit in mijn leven zag en jankte. Ik sprong en beukte de deur van de caravan in die meteen in tweeën brak. John zat gelijk rechtovereind, maar nog voordat hij iets kon doen torende ik boven hem uit. Ik haalde hard uit met mijn klauw en raakte hem in zijn gezicht. Mijn scherpe nagels doorkliefden zijn ogen en hij was op slag blind. Veel tijd om te schreeuwen had hij echter niet. Ik zette mijn poot op zijn borst, nam zijn keel in mijn bek en rukte zijn adamsappel eruit. Daarna daalde ik af en nam ik zonder schroom zijn geslacht in mijn bek, dat ik er ook in één hap afrukte. Ik spoog het vlezige ding op de grond en zag de man in bed nog zachtjes spartelen. Om het af te maken nam ik zijn hoofd in mijn mond en draaide zijn nek om. Het knapte als een kippenbotje. Ik liep naar buiten met zijn lid en gaf het aan Lilah die het aannam en bekeek. Samen begroeven we het ding. Er schoof een wolk voor de maan en ik verloor mijn bewustzijn.


In de verte hoorde ik een sirene. Ik deed mijn ogen open en zag dat ik weer naast Wouter in bed lag. Snel trok ik weer een onderbroek aan en nam een glas water om de vreselijk smaak in mijn mond weg te spoelen. De vorige nacht was verworden tot een waas, maar langzaam kon ik de hoofdpunten toch op een rijtje zetten. Ik kleedde mij snel aan en liep richting het andere gedeelte van de camping waar een ambulance en twee politieauto's stonden. Het gebied rond John's caravan was afgezet. Eromheen stond een groepje nieuwsgierige mensen in hun pyjama's en badjassen.
'Wat is er gebeurd?' vroeg ik zo verbaasd mogelijk aan een vrouw met een kindje in haar armen.
'John, de man die in die trailer woont, is gisterennacht vermoord.' zei ze, zichtbaar geschokt.
'Kende u hem al lang?'
'Ja, ik ken hem al sinds ik klein ben, maar de laatste jaren sprak ik hem niet meer. Hij leefde erg teruggetrokken sinds zijn dochtertje kwam te overlijden. Vooral toen iedereen hem van de vreselijkste dingen beschuldigde.'
'Gecondoleerd mevrouw.'

Ik liep weg en wierp nog één blik op de stacaravan. In de ruit zag ik Lilah naar mij zwaaien. Ik zwaaide terug en liep toen terug naar mijn gezin dat bezig was met het ontbijt voorbereiden, nietsvermoedend van mijn nachtelijke avonturen. Ik kreeg een boterham voorgeschoteld, mijn broertje zette Morphine op en we begonnen aan een nieuw spelletje Yatzee.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten