zondag 30 november 2014

Dunkelheit

Het jaar 2014 telt nog 32 dagen. Om de pijn te verlichten van het korter worden der dagen breng ik u elke dag één van mijn persoonlijke, met zorg samengestelde, top 100 nummers aller tijden, met aan elk nummer een associatief verhaal of gedicht.

Nummer 32: Burzum - Dunkelheit
https://www.youtube.com/watch?v=DPyOhP1GTRQ


Kris zat stil op zijn zolderkamer. Van beneden rook hij geur van zijn moeders erwtensoep. Het maakte hem misselijk en hij sloot de deur. Hij liep naar het raam en keek naar buiten. Regendruppels spoelden de laatste resten van de novembersneeuw weg en het leek opnieuw herfst te worden. De zon verschool zich al twee weken achter een dik grijs wolkendek en de temperatuur wilde maar niet onder nul dalen. Er was niemand op straat en er was weinig te zien, dus Kris draaide zijn hoofd weg van het raam en liep zijn kamer uit naar de badkamer.
Hij kleedde zich uit en bekeek zichzelf in de spiegel. In een maand tijd was hij zeker tien kilo afgevallen en zag hij eruit als een ondervoede junkie. Zijn huid was spierwit, zijn ogen vaal en zijn ribben duidelijk zichtbaar. Hij zette zijn hand net onder zijn oog en trok zijn wang naar beneden zodat zijn oogwit zichtbaarder werd. Het wit was gelig en het was doorspekt met rode aderen. Hoewel hij zichzelf elke dag in de spiegel bekeek deed het beeld hem vandaag schrikken. Voor het eerst drong het echt goed tot hem door hoe hij zichzelf verwaarloosd had en hoezeer de donkere gedachte, dat een slecht mens hij was, hem volledig had geabsorbeerd. Vandaag moesten die gedachtes tot een halt worden geroepen. Het was tijd om er iets aan te doen.
Zijn moeder riep dat het eten klaar was. Hij trok zijn kleren aan en liep naar beneden. Daar waar de sterke geur van de erwtensoep hem net nog misselijk maakte, kreeg hij er nu voor het eerst in een maand tijd weer hongergevoelens van. Zijn moeder zette een kop voor hem neer, met de veronderstelling dat hij weer niets zou eten, maar tot haar grote verbazing at hij de kop leeg en vroeg hij om nog een grote pollepel vol.
'Wat is er in jou gevaren vandaag? Ben je over je ding heen waar je maar niets over wilt vertellen?'
'Nee.'
'Nou je eet anders eindelijk weer eens wat.'
'Ik heb honger.'
'Nou, ik heb nog veel meer in de pan zitten hoor.' glimlachte zijn moeder.
'Ik ga zo meteen naar de kerk.'
'De kerk? Sinds wanneer ga jij naar de kerk?'
'Sinds vanavond. Vanavond is toch de eerste dienst van vader Max sinds zijn..ongeluk?
'Ja, maar die dienst wordt niet in de kerk gehouden, want die zijn ze nog steeds aan het opknappen. Het is vanavond is de aula waar meestal de bingo wordt gehouden.'
'Dan ga ik naar de bingoaula.'
'Heb je het licht gezien zoon?' zei zijn moeder met een spottende glimlach.
'Nee, ik wil gewoon naar de dienst en nu ga ik weer naar boven. Het eten was lekker mam, daag!'

Max stond op het verhoogde gedeelte van de aula en zag hoe een volle zaal hem verwachtingsvol aanstaarde. Hij had in jaren niet meer zo'n volle zaal gehad; zelfs niet met de kerst en de paasmis. Hij bekeek de gezichten in de zaal en voor het een moment maakten ze hem boos. Wat dachten deze mensen wel niet! Naar een kerkdienst komen als een stelletje ramptoeristen. Met zijn allen bekijken hoe erg de brandwonden van de priester wel niet zijn en dan wanneer alle commotie weer voorbij is nooit meer op komen dagen. Je kon een haar horen vallen in de aula en iedereen verwachte dat hij deze stilte nu ging doorbreken, maar hij wachtte nog even. Hij wilde niet met een verhit gemoed spreken. Hij wilde zijn woorden rustig en beheerst tot de menigte richten. Deze boosheid was helemaal niet nodig ook. Misschien waren het slechts de zenuwen die aan hem vraten. Langzaam sloeg hij een kruis en deed hij zijn ogen dicht.
Hij sprak: 'Beste mensen. Het doet mij veel deugd dat u vandaag in zulke getale naar de dienst gekomen bent. Dank u wel voor uw steun en dank u wel voor uw begrip voor deze vervangende ruimte. Ik was eerst van plan een normale dienst te houden, zoals ik die jarenlang iedere week gehouden heb, maar deze week zal de normale dienst er niet zijn. Tevens zullen ook alle andere diensten in de nabije toekomst komen te vervallen en ik kan er alvast bij vertellen dat het niet te maken heeft met het afbranden van de kerk of het moeten spreken in deze aula. De rede is een persoonlijk probleem waar ik al enige tijd mee worstel. Ik zal de nodige tijd moeten gebruiken dit op te lossen. Tot mijn grote spijt, maar met enige opluchting moet ik u mededelen dat ik u ga verlaten. Ik ga een op pelgrimstocht naar Santiago de Compostela. Aldaar ga ik proberen mijn ziel te reinigen en een frisse start te maken. Ik hoop dat jullie hier begrip voor hebben. Als iemand nog de behoefte voelt mij te spreken ben ik nog enkele dagen te vinden in het huis van mijn broer Erik waar ik nu tijdelijk woon. Dank u wel.'
Max liep weg terwijl er luid geroezemoes ontstond in de zaal. Hun reactie maakte hem echt niet veel uit, hij had besloten dat dit het enige is wat hij kon doen om zijn geloof te redden. Hij had er stiekem wel zin in.

Toen hij een half uur later de aula weer in kwam lopen zag hij een jongen zitten. Zodra de volledig in het zwarte geklede jongen hem zag stond deze op en liep hij op Max af.
'Meneer Max, ik wil u graag iets zeggen, mag dat?'
'Je kunt vader Max tegen mij zeggen jongen en natuurlijk mag dat.'
'Ik durf het alleen niet hier te zeggen, zo open en bloot in de aula. Denkt u dat we een gordijntje tussen ons kunnen hangen. Zoals bij een biechthok.'
'Dat is geen probleem.'
Aan de zijkant van de aula hing een gordijn en beiden namen aan weerszijde plaats.
'Vader Max, mijn naam is Kris.'
'Hallo Kris, je wilde mij iets vertellen.'
'Ja, maar het is niet iets kleins.'
'Dat maakt niet uit, ik ben wel wat gewend geraakt door de jaren heen hoor.'
'Ja.' Kris was een tijdje stil. Hij probeerde zijn bonkende hard onder controle te krijgen. Hij zocht naar de goede woorden en het juiste moment, maar toen hij besefte dat er nooit een “juiste moment” zou zijn floepte hij het er maar gewoon uit. 'Ik heb de kerk in de brand gestoken.'
'Oh. Ik weet niet wat ik daarop moet zeggen Kris.'
'Het spijt met enorm.'

Het was een paar minuten stil. Kris wachtte af wat Max zou zeggen. Hij was eerst opgelucht dat hij niet woedend van achter het gordijntje was gesprongen en de politie had gebeld, maar inmiddels was dat scenario hem liever geweest. Deze stilte was verschrikkelijk en leek oneindig te duren. Niet wetend wat te doen begon hij maar weer te praten. 'Het spijt me zo vreselijk veel vader Max. Ik wist niet dat u binnen zou zijn en het is nooit mijn bedoeling geweest uw leven in gevaar te brengen en uw gezicht zo te misvormen. We wilden alleen de kerk afbranden, maar ook dat was natuurlijk fout geweest. Het spijt me echt vreselijk. Ik heb de afgelopen maand nauwelijks geslapen, nauwelijks gegeten, ik heb geen vrienden gesproken en heb alleen maar in mijn kamer gelegen en geleden, omdat u ook zo hard heeft geleden. Ik verdiende te lijden voor u.'
'Maar wat helpt jouw lijden mij dan?' brak Max in.
'Ik verdiende het ook om te lijden?'
'Ja, maar wat heeft jouw lijden mij geholpen?
'Dat weet ik niet.'
'Dan wil ik nu dat je stopt met lijden en doorgaat met je leven.'
'Maar bent u niet boos dan?'
'Natuurlijk ben ik boos, ik ben vreselijk boos. Maar ik ben ook een man van vergeving en ik zie dat je gebukt gaat onder een ontzettende schuld.'
'Ja'
'En weet je Kris, hoewel er niets prijzenswaardig is aan jouw daad, heeft het mij wel verder geholpen op een bepaalde manier. Het heeft me over de streep getrokken om niet verder in dubio te leven, maar actiever om te gaan met mijn problemen. Daarom vind ik het ook knap van je dat je deze stap hebt durven zetten en het aan mij op hebt gebiecht. Ik hoop dat je geleerd hebt van je daad en dat je het verder zal laten zulk soort wandaden te doen.'
'Absoluut vader Max', zei Kris opgelucht. 'Dank u wel voor uw vriendelijke woorden.'
'Dag Kris.'

Kris liep met een glimlach de aula uit. De last die van zijn schouders viel was enorm en hij had zich in weken niet meer zo goed gevoeld. De knuppel die zijn hoofd in tweeën deed splijten zag hij niet aankomen. Met een verdwaasde glimlach op zijn gezicht viel hij voorover in de sneeuw en bleef hij roerloos liggen.

zaterdag 29 november 2014

VII

Het jaar 2014 telt nog 33 dagen. Om de pijn te verlichten van het korter worden der dagen breng ik u elke dag één van mijn persoonlijke, met zorg samengestelde, top 100 nummers aller tijden, met aan elk nummer een associatief verhaal of gedicht

Nummer 33: Aluk Todolo - VII
https://www.youtube.com/watch?v=pOg0l7urbuw


Er was eens een jongen genaamd Eensteentje. Hij was een rekenwonder, de beste in het land. Met zijn berekeningen kon men grote dingen bouwen: een viaduct en een machtig colosseum. Iedereen hield van Eensteentje en toen hij 18 werd, werd hij tot ridder geslagen.
Al zijn riddercollegae liepen met hem weg. Allemaal, op één na: Q. De opperridder van de ridderorde en de beste schrijver van het koninkrijk. Op zijn tenue droeg hij een grote Q als de meest nobele letter in het alfabet. Sinds kinds af aan hielden mensen van hem. Hij was een genie.
Nu daar echter Eensteentje aan het daglicht was verschenen leken mensen uitgekeken op zijn schrijverskunsten. Hij werd langzaam van zijn voetstuk geduwd en hij zag Eensteentje de sokkel al beklimmen. Hij was het zat en er moest iets aan gedaan worden.
Op de grootste feestdag van het land was Q nergens te bekennen. Hij was ver weg, ver uit het land, naar de Kwamtumboom gegaan. Daar vervloekte hij Eensteentje en dienst talent.
'Alle cijfers worden letters
geen cijfers blijft nu meer bestaan
Zo lang ik leef zal dit gelden
Cijfers zijn nu van de baan.'
De dag erna werd Eensteentje wakker, nog vrolijk tipsy van het feest. Zijn riddercollega kwam binnen met de papieren van het nieuwe grootse project ten ere van de koning. Toen Eensteentje de berekeningen wilde lezen stonden de getallen plots uitgeschreven. In plaats van 7 stond er nu zeven. Eensteentje zei verbaasd: 'Wat is dit, wat moet dit wezen? Ik kan dit helemaal niet lezen'.
Zijn collega keek hem met verbazing aan en vroeg: 'Ben jij soms analfabeet? Zodat jij niet van letters weet?' Eensteentje knikte en liet zijn hoofd hangen. Hij had het altijd verborgen kunnen houden, maar nu niet langer.

Hij verloor zijn baan en zijn positie in het koninkrijk. De mensen waren echter zo boos, dat een ze ongeletterde tot ridder hadden geslagen en dat ze hem het vertrouwen hadden geschonken om de grootste gebouwen te maken, dat ze hem niet langer in het land wilde hebben. Al zijn spullen werden afgepakt, hij werd verbannen naar de dorre graslanden voorbij het bos. Ver weg, opdat hij nimmer terug kon keren. Hij groeide oud en werd grijs en lelijk. Hij zag jarenlang geen mens. In het land waren ze hem inmiddels alweer vergeten en Q stond nu op eenzame hoogte als de grootste kunstenaar van zijn tijd.

Op een dag kwam er echter een jongetje uit het bos gewandeld. Hij zag het armzalige hutje van Eensteentje op het dorre gras staan en vroeg zich af wie daar zou kunnen wonen. Hij klopte aan en nog geen seconde later stond de oude Eensteentje in slechts een onderbroek bij de deur en schreeuwde: 'Wie is daar, na zo veel jaar?

wordt zeer binnenkort vervolgd. 

vrijdag 28 november 2014

On Horseback

Het jaar 2014 telt nog 34 dagen. Om de pijn te verlichten van het korter worden der dagen breng ik u elke dag één van mijn persoonlijke, met zorg samengestelde, top 100 nummers aller tijden, met aan elk nummer een associatief verhaal of gedicht 

Nummer 34: Mike Oldfield - On Horseback
https://www.youtube.com/watch?v=1_g-gTcohSQ


Wat te doen
Ik ben verdwaald
De wereld biedt geen houvast
Tot de lucht
Plots openbreekt
En Jezus voor mij neer daalt

Jezus zegt
Neem plaats mijn zoon
Hier op mijn leren sofa
Zeg het maar
En toon geen schroom
Vertel wat je begeert

Op de rug
Van een groot paard
Draaf ik over velden
Met de wind
Strak door mijn baard
Tezamen in galop

Zonder pijn
Even sereen
De waanzin uit mijn hoofd
'T denken kalm
Maar niet alleen
Dat is wat ik begeer

Wat stopt jou,
Te werk te gaan
Wat laat jou halt houden
Alles weg
Stap van je baan
Laat alles hier toch achter.

Kon ik maar,
Doen wat ik wil
De chaos houdt mij tegen
Nooit kan ik
Nog in 't geheel
Zuiver en helder denken

Ik verval
Snel tot een kind
De wereld wordt weer simpel
Maar ik weet
Doch bijna blind
Ook jij bent slechts een waan

donderdag 27 november 2014

Pirate Ship


Het jaar 2014 telt nog 35 dagen. Om de pijn te verlichten van het korter worden der dagen breng ik u elke dag één van mijn persoonlijke, met zorg samengestelde, top 100 nummers aller tijden, met aan elk nummer een associatief verhaal of gedicht 

Nummer 35: The Pirate Ship Quintet - Pirate Ship
https://www.youtube.com/watch?v=qnChqpWCrRc

Een snotverkouden kapitein Ahab zat met zijn voeten in een warme teil en een natte hete handdoek om zijn hoofd gewikkeld op een krukje in de kombuis van zijn schip. Drie dagen geleden hadden ze na drie jaar op zee eindelijk de beruchte walvis Moby Dick in het zicht gekregen, maar precies toen was Ahad ziek geworden en moest hij van de bazige kokkin eerst zijn ziekte goed uitslapen voordat hij weer op walvisjacht mocht. De pogingen om stilletjes naar het dek te sluipen en zijn harpoen te pakken waren tot nu toe allemaal verijdeld. De slimme kokkin had zich elke keer weer achter een deur opgesteld en zat hem dan met haar deegroller achterna als ze het hem weer betrapt had.
Nu zat hij daar, zijn ziekte ongeduldig uit te zweten. De thermometer in zijn mond kleurde rood en gaf een veel te hoge lichaamstemperatuur aan. Zijn tong was lichtblauw, zijn ogen gelig en zelfs zijn baard hing er treurig bij.
Hij moest echter achter die verdomde walvis aan. Hij moest het beest aan zijn vlijmscherpe harpoen rijgen en wraak nemen voor het verliezen van zijn been. Maar hij moest eerst van die kokkin af komen. Hij moest een plannetje verzinnen en na uren broeden, twisten en bekokstoven zat er een geweldig plan in zijn hoofd. Het kon onmogelijk mis gaan. Het eerste gedeelte was de kokkin voor even uit de keuken te krijgen en hij wist precies hoe hij dat zou doen.
'Mamma mia, voglio un pesce con di succo di limone.' riep hij haar toe.
'Ik spreek geen Spaans hoor.' zei de kokkin luid terug.
'Non è Spangolo, bensì è Italiano e volgio un pesce buono con limone.'
'Nou, ik weet niet wat u daar allemaal zegt. Ik ga wel eventjes een tolk halen. Maar ween je gebeente je er vandoor gaat.' Ze liet de deegroller in haar handen kloppen en liep toen de deur van de kombuis uit.
Zijn plan was in werking gezet, hij had haar uit de ruimte gekregen. Deel twee van zijn plan was een stuk touw vinden, maar in zijn haast vergat hij dat hij met zijn voeten in een badje zat en hij viel plat op zijn gezicht voorover. Hij hield zijn kreet in en hoopte dat de kokkin niets gehoord had. Met een bebloed oog ging hij kermend verder op zoek naar een touw dat hij direct vond. Voor het derde deel van zijn plan had hij drie bonbons en twee slaappillen nodig en ook die vond hij in een handomdraai. De bonbons in zijn eigen geheime voorraadkastje, de slaappillen in zijn andere geheime voorraadkastje. Hij stopte de pillen in de bonbons en spoot er een mooi vormpje op met de boterroom waar de kokkin mee bezig was geweest. 'Zo goed als nieuw'. Daarna rende hij weer terug naar zijn krukje, waar hij doodmoe van het snelle heen en weer geren weer op neerplofte en probeerde op adem te komen voordat de kokkin weer terug was. Het laatste deel van zijn plan was het moeilijkste gedeelte: zichzelf vastknopen met het touw. Maar hij had vertrouwen en inderdaad in in vijf luttele minuten had hij zichzelf, als een ware schipper, stevig vastgeknoopt. Daar was geen ontkomen meer aan.
Toen de kokkin met een tolk binnen kwam had hij zichzelf in een positie gekregen zodat ze niet zagen dat hij vastgebonden zat. Hij begon te lachten en zei toen tegen de tolk dat hij last had van waanbeelden en voor een moment dacht dat de kokkin Italiaans was, maar hij was nu weer helemaal goed. 'Als goedmakertje voor mijn vreselijke gedrag heb ik zelfs drie bonbons gepakt en heb ik ze alvast voor jullie neergelegd. Ik zou zelf graag degene met donkere chocolade willen als jullie dat niet erg vinden.'
'Wat lief van u!' Natuurlijk krijgt u diegene met donkere chocola. De kokkin verdeelde de bonbons.
'Proost dan maar?' zei Ahab met een lach en hij hapte zijn bonbon in één hap naar binnen. Binnen 10 seconden lagen de kokkin en de tolk op de grond en wist Ahab wat hem te doen stond. Moby Dick was eindelijk de zijne. Hij probeerde op te staan, maar hij had zichzelf stevig vastgebonden. Hij worstelde en worstelde, maar hij kwam niet los.
'Waarom heb ik mezelf toch vastgebonden!' riep hij hard en hij kon het zich niet meer herinneren. Het plan had hem zo helder voor de geest gestaan, maar het gedeelte met het touw was wat in de achtergrond geraakt toen hij het bonbongedeelte verzon. Dit kon toch nooit de bedoeling zijn geweest! Na een uur worstelen met het touw raakte Ahab zo vermoeid dat ook hij in slaap viel en op de grond naast zijn collegae neerplofte. Moby Dick moest toch nog maar een extra dagje wachten op diens vernietiging.

woensdag 26 november 2014

Hearts Alive

Het jaar 2014 telt nog 36 dagen. Om de pijn te verlichten van het korter worden der dagen breng ik u elke dag één van mijn persoonlijke, met zorg samengestelde, top 100 nummers aller tijden, met aan elk nummer een associatief verhaal of gedicht 

Nummer 36: Mastodon - Hearts Alive
https://www.youtube.com/watch?v=qp1dRh2FVVs




Na een jarenlange tocht over de wereldzeeën, na het verliezen van zeven bemanningsleden, het eindeloos verbranden en vervellen door de meedogenloze zon en het langzaam verliezen van ons verstand, kregen we het verschrikkelijk monster, genaamd Moby Dick, in zicht. De eerste drie dagen van onze jacht op hem leek hij te vluchten, maar ik wist dat hij geen vrees kende. Het was een kwestie van uitputting; wie brak er eerder? Ik had echter vertrouwen. Wij hadden allen vertrouwen en we moesten ook wel, daar kapitein Ahab niets minder dan volledige overgave in zijn zaak van ons verlangde. Hij stond nu al 72 uur onafgebroken op de brug. Zijn ogen leken slechts één keer per uur te knipperen en hij hield het roer met vol aangespannen spieren roerloos vast.
In de verte zwom altijd de walvis aan de stille oppervlakte van de oceaan. Zijn koers was al drie dagen ongewijzigd. Hij zwom richting de storm, waarvan de elektriciteit al dagen in de lucht hing. We wisten dat als het noodweer los zou barstte hij zou keren en ons zou vernietigen, maar we voeren stug door met de toorn van Ahad priemend in onze geesten.
Toen wij de lucht zagen betrekken en de deining heviger voelden, keerde het monster zich echter onverwachts naar ons toe. Het lag nu stil in zee en we zagen het water uit zijn spuitgat steeds hoger worden. Ahab beviel het tempo wat te temperen om de controle over de situatie te houden. Zo'n 50 meter, al binnen het bereik van onze harpoenen, kwamen we zelfs tot stilstand en bleven we enkele minuten tegenover elkaar liggen. Wie was het eerste aan zet? In de achtergrond donderde het onweer al hard, het was een kwestie van een tiental minuten voordat het ons zou bereiken.
Ahab had zijn ogen nu dicht en zijn handen waren als vuisten gebald. Hij leek het moment in een woedende meditatieve toestand op te nemen. Op het moment dat hij ging barsten en ons het bevel ging geven aan te vallen hoorden we opeens een zware dromerig stem ons toespreken: 'Val niet aan, ik wil geen oorlog meer'.
'Daarvoor is het nu te laat.' schreeuwde Ahab terug. In een wilde beweging toonde hij zijn prothese aan de walvis en schreeuwde hem opnieuw toe: 'Voor diegene die mijn been nam en mij tot het leven van een kreupele man verdoemde heb ik geen genade.'
'Tot mijn grote spijt was ik vroeger inderdaad een monster. Een allesverslindend, destructief en haatvol monster, bezeten door demonen en verblindende woede. Die tijden zijn echter voorbij. Ik heb mijn wijzes veranderd, maar ik waarschuw u dat ik geen spat van mijn oerkracht verloren ben en dat als u mij durft aan te vallen ik niet schroom u en uw crew te vernietigen.'
De crew keek elkaar aan. Niemand durfde een vin te verroeren, want niemand verwachte dat het monster zou spreken. Voordat er echter een twijfel uitgesproken kon worden suisde er een harpoen richting Moby Dick en trof het vlijmscherp ding het monster dwars tussen zijn ogen. Ahab krijste en rende naar de voorkant van het schip, maar zag de walvis onaangedaan in de diepte verdwijnen. Het moraal van de mannen op het schip zonk echter veel dieper dan Moby Dick en wij keken de kapitein ziedend aan.
Niet alleen had hij ons meegesleurd in zijn monomanisch psychose het grooste monster van de wereldzeeën te vinden onder het mom van een economisch gunstige walvisvaart en niet slechts had hij ons jarenlang geterroriseerd en uitgebuit, nee, nu wilde hij ons ook nog de dood in jagen, terwijl Moby Dick ons de optie gaf te vertrekken. De emmer was nu vol. De emmer was eigenlijk al lang vol, maar nu was er een baksteen in gevallen en spoot het water alle kanten op.
'Val aan, val aan' spoorde de kapitein zijn crew aan, maar niemand verroerde nog één vin. Ook toen de walvis een vernietigende aanval op het schip lanceerde bleef de crew onbewogen op hun plek staan. 'Onvervalste muiterij! Jullie gaan hier nooit mee wegkomen.' Hij probeerde een nabijgelegen harpoen te grijpen maar de eerste matroos was hem voor en gezamenlijk dreven we hem in een hoek van het uit elkaar vallende schip. Uit de diepte kwam Moby Dick omhoog springen. Hij sperde zijn enorme kaken en als één man gooide wij kapitein Ahab in de bek van de walvis die acuut weg zwom. Wij bleven achter, zonder kapitein en met een zinkend schip in het midden van de grote oceaan met een naderde orkaan, maar voor even verlost van de waanzin.

dinsdag 25 november 2014

Wicked Games

Het jaar 2014 telt nog 37 dagen. Om de pijn te verlichten van het korter worden der dagen breng ik u elke dag één van mijn persoonlijke, met zorg samengestelde, top 100 nummers aller tijden, met aan elk nummer een associatief verhaal of gedicht verbonden.

Nummer 37:Chris Isaak - Wicked Games
https://www.youtube.com/watch?v=WtfHk2hSlqA



Op een strand,
met licht geel zand,
ligt een vrouw,
mij aan te kijken.

Ik kijk terug,
en vliegensvlug,
ligt haar toot,
tussen mijn dijen

'k streel haar maar,
haar zand'rig haar
dat zij lief
om mij drapeert

Ik voel zacht
haar warmte lacht
lippen rood
niets mij ontbeert

Uit mijn deel
Het is niet veel,
een kreuntje klein
sproeit een fontein.

Ze lacht lief,
de hartendief,
verdwijnt in zee
als een dolfijn.

maandag 24 november 2014

Feedbacker II

Het jaar 2014 telt nog 38 dagen. Om de pijn te verlichten van het korter worden der dagen breng ik u elke dag één van mijn persoonlijke, met zorg samengestelde, top 100 nummers aller tijden, met aan elk nummer een associatief verhaal of gedicht verbonden.

Nummer 38: Boris - Feedbacker II
https://www.youtube.com/watch?v=UJxv3SnMbv8

Daar zit ik dan. Modern ballet, ik begrijp het gewoon niet. Gaat het om de bewegingen an sich of zitten er allerlei symboliek in die ik er niet uit kan halen. Soms zie ik het narratief wel, maar dat zijn altijd hele simplistische dingen, zoals man ontmoet vrouw of een spel van aantrekking en afstoting. Het lijkt wel een kunstvorm puur gemaakt voor de extreme insiders, maar wie zijn die insiders dan? Alleen maar makers? Altijd als ik naar het ballet ga, zitten de zalen bomvol, dus blijkbaar genieten er een hoop mensen van. Maar hoe? Ik zou het eigenlijk aan één van die oude mannetjes in pak moeten vragen, maar dan op een manier waarop ik niet over kom als provocerende jeugd of iets dergelijks. Misschien moet ik het maar laten. Waarschijnlijk is het gewoon mooi om naar te kijken en zit er helemaal niets achter. Ik kan me dat wel moeilijk voorstellen, het is toch kunst, daar zitten altijd wel bepaalde ideeën achter.
Oh shit, nu zit ik het weer helemaal te analyseren en niet op te letten. Ik heb geen idee wat er is gebeurd de afgelopen paar minuten. Ok, even opletten. Die man die net vijf minuten met zijn handen heeft staan schudden is nu heel langzaam op zijn tenen naar de andere kant van de ruimte aan het lopen. Misschien stelt het iets van twijfel voor, dat hij het langzaam doet. Of is het kritisch op iets. Het kan van alles zijn en ik, omdat ik net niet heb zitten opletten, mis dat mogelijke narratief natuurlijk.
Ok, opletten nu dan. Die man loopt heel langzaam van rechts naar links terwijl die vrouw haar handen omhoog doet alsof ze een pirouette gaat doen, maar dan heel snel naar beneden zakt en haar hoofd zo ver mogelijk naar voren duwt. Nu komen er 4 mensen het toneel oprennen en ze draaien wat in de rondte. Er rennen nog 8 mensen het podium op. Die langzame man rent nu ook mee, alsof zijn taak toch niet zo heel belangrijk was of iets dergelijks. Of hij wordt meegevoerd door hun beweging. Alsof het een kudde schapen betreft of een zwerm vogels die altijd mee stromen met de rest van hun soort om veilig te blijven. Het is apart hoe zo'n mechanisme werkt. Als er slechts één vogel opvliegt gebeurt er nog niet zo zeer iets, maar als er twee of drie opvliegen kan dat al genoeg zijn om een volledige beweging van heel de zwerm in te zetten. En als ze dan eenmaal in de lucht zitten, vormen ze de meest aparte vormen met hun zwerm. Hoe bewust zijn ze zich daar dan van of gaat dat automatisch? Je kan het die beesten moeilijk vragen, want ook al zouden ze een taal spreken, waarom zouden ze het begrip “bewust” kennen. Waarom zouden ze überhaupt de woorden gebruiken die wij kennen?
Dat is soms zo frustrerend aan het mens-zijn, je kan jezelf onmogelijk verplaatsen in de geesten van andere dieren, omdat het altijd vanuit een menselijk perspectief komt. Dat vind ik ook altijd zo raar aan mensen met huisdieren die dan zeggen dat zo'n beest iemand lief vindt. Dat kan je toch nooit zeggen. Dat beest kent het hele concept “lief” helemaal niet, hij doet gewoon wat zijn instinct zegt wat hij moet doen. Misschien denkt een kat wel in plaatjes en ziet hij gewoon beelden voor zich die hij langzaam onthoudt net zoals mensen dingen leren. Ik ga ook leren vanavond, dat is wel een goed idee, dingen leren. Ik moet nog Italiaans leren voor vandaag. Als ik nou op de rug van een kat zit en ik leer achter mijn computer dat ik nog allemaal dingen moet doen. Dan kan ik ook tegelijk muziek luisteren. Ik moet Eneco nog betalen, dus dat kan ik mooi gelijk even doen, maar ik weet niet of ik nog op tijd ben. Dus het beste is om het zo snel mogelijk af te handelen. Waar is de brievenopener om de envelop te openen? De brievenopener is in de bestekla, maar die is helemaal vies. Wordt er nou aangebeld? Ik moet niet vergeten Eneco te betalen. Er druipt langzaam kaarsvet naar beneden van een kaars die ik niet zie en ik weet dat wanneer de kaars op is, ik te laat ben met Eneco. Het kaarsvet druipt nog naar beneden, maar misschien stopt het zo wel, ik moet opschieten.
Ik doe de voordeur open om te kijken wie er heeft aangebeld, maar ik zie niemand staan. Het wordt in een snel tempo schemerig en ik trek mijn warme trui aan, die ik al de hele tijd in mijn handen schijn te hebben, en loop naar buiten om de persoon te zoeken die net aan heeft gebeld. Ik ben meteen verdwaald, hopelijk druipt de kaars nog, en probeer iemand te vinden die mij de weg naar huis kan wijzen, maar de straten zijn leeg. Ik begin een heuvel op te lopen, die steeds steiler wordt en lijkt te leiden naar een donker bos waar ik niet in wil. De straten worden verlicht door mooie ouderwetse lantarenpalen die een zacht oranje-geel licht uitstralen. De sfeer is eenzaam op straat. Iedereen zit natuurlijk binnen, want het is bijna kerst, dus er zit al een kalkoen in de oven. Ik moet de kaars niet vergeten. Volgens mij zit de briefopener gewoon in mijn zak trouwens. Ja, daar is die, in mijn zak. Ik ga het nooit meer halen Eneco te betalen, het kost me zeker twee dagen om weer helemaal thuis te komen vanuit dit verlaten dorpje. Ik wil hier helemaal niet zijn.
Er staat een vrouw naast me met een gitaar en ze wenkt me, ik moet haar volgen. We lopen samen een bakker in, waar ook een enorme gitaarversterker staat en ze knikt. Ik vraag haar 'Ben jij Wata?', maar antwoord niet, want ze is natuurlijk Japans. Ze begint een gitaarsolo te spelen, maar er zitten geen effecten op de gitaar, dus het klinkt helemaal nergens naar. Ik vraag haar te stoppen, maar ze loopt alleen maar op me af en begint tegen mijn schouder te duwen. Ik probeer haar hand weg te slaan, maar ze duwt steeds harder een heftiger, zodat ik opeens weer in de bruine ogen van Angelika kijk.
'Lekker geslapen lieverd?'.
'Ja, best wel denk ik. Sorry, volgens mij heeft niemand iets gemerkt.
'Nee, je zag er wel lief uit.'
'Ik had een rare droom. Iets met een bakker in een dorp en Eneco, ik weet het niet meer. Was de voorstelling nog goed op het einde?'
'Meh, ik weet soms niet zo goed wat ik van ballet moet vinden. Het was wel mooi denk ik.'
'Nou, dan gaan we volgende keer weer toch, misschien groeit het wel op ons.'
Ik zie hoe de oude mannetjes in pakken en opgedofte vrouwtje met hoedjes ons voorbij lopen. Misschien proberen zij er ook al jaren iets van te snappen, maar zijn ze ook nooit verder gekomen, dus blijven ze maar proberen en dan geven ze jongen mensen zoals ik het idee dat het geweldig is. Een soort vicieuze cirkel of beter een nooit eindigende stroom aan verwarde mensen. Wel een leuk idee.

zondag 23 november 2014

The Antique

Het jaar 2014 telt nog 39 dagen. Om de pijn te verlichten van het korter worden der dagen breng ik u elke dag één van mijn persoonlijke, met zorg samengestelde, top 100 nummers aller tijden, met aan elk nummer een associatief verhaal of gedicht verbonden.

Nummer 39: Kayo Dot - The Antique
https://www.youtube.com/watch?v=7X6FKD1EX_o


Donker dreunen de dagen der Jan Kooijman. Duister waren de gedachtes in diens hoofd op een dreigende donderdagavond in november. Die avond knapte er iets in zijn knappe kopje en werd er een woeste krater ontboden. Zijn spieren spanden, zijn kaken kraakten en zijn ogen vlogen vrijwel direct in brand. Hij schreeuwde schrijnend: 'hoer! hier!' en greep toen met zijn klauw zijn vrouw der haar en trok haar nader. Zijn keel schrapend vormde hij een rochel en smeerde hij het slijmerig spuugspul stokkerig op haar ogen. Hij jankte weerwolfachtige klanken en trok al haar hoofdhaar uit haar hoofd, alsof ze niets meer dan een afgedankte lappenpop was. Hij smeet het kwijnende wijf woedend in een hoek. 'Blijf' krijste hij en rende toen regelrecht naar de keuken, waaruit hij terugkeerde met servies en bestek. Één voor één, op arm en been, smeet hij de messen, de vorken, de borden en de lege flessen. Een haast hemelscheurende krijs kwam kolkend uit zijn keel zetten. Hij stortte zich een laatste maal op zijn smekend vrouwmens en draaide het dunne nekje om.

Kwijl droop over de kin van Jan Kooijman. Strompelend verliet hij het huis en sluipend liet hij zich zakken op het natgeregende asfalt in de sluimerende schemer. De regen rolde op zijn bloeddoorlopen ogen, maar hij hield ze open. Zo blijf hij liggen en zo verliet het duistere dreunen talmend zijn gedachtes. Voor zich suizen sterren en sluipt stil de zon achter de maan aan. Sluipt de tijd in noodvaart verder. Laat hij seizoenen voorbij gaan. Waar hij zich ook bevindt, de wind draagt hem weg naar een plaats waar hij niet is. Sereen en alleen; gelukkig als een kind. 


zaterdag 22 november 2014

Bring da Ruckus

Het jaar 2014 telt nog 40 dagen. Om de pijn te verlichten van het korter worden der dagen breng ik u elke dag één van mijn persoonlijke, met zorg samengestelde, top 100 nummers aller tijden, met aan elk nummer een associatief verhaal of gedicht verbonden.

Nummer 40: Wu-Tang clan - Bring da Ruckus
https://www.youtube.com/watch?v=cbfGkiecl2M


I guess you've never seen a black samurai before,
Well look closely kid, you ain't gonna see any more.
I'm a the real deal brother, better watch your step.
Better watch your back, ya best protect ya neck.

Don't think I will be easy on you just because you say
you're just a victim to the system and you got carried away,
Wait, enjoy this moment while you can
you don't stand a change I got skills like mad men in feudal Japan.
I bet right now you wished you ran.

I brought war, I fucked more,
bitches you've seen in three lives before.
Witness my blade she'll will cut you up,
fuck you up, like Socrates I let you drink the cup.

I'll trick you like I tricked my brother Yojimbo
that crazy motherfucker tried the sneak out the window,
while he locked me up with local street gang
I put my sword in his back and the street gang ran away.
So make way yo open the gate, just leave.
I don't want to make a brother my slave.
I'll give you three second for you to walk in shame
Or fight me now but forever you shall know my godlike fame.

vrijdag 21 november 2014

Since I've Been Loving You

Het jaar 2014 telt nog 41 dagen. Om de pijn te verlichten van het korter worden der dagen breng ik u elke dag één van mijn persoonlijke, met zorg samengestelde, top 100 nummers aller tijden, met aan elk nummer een associatief verhaal of gedicht verbonden.

Nummer 41: Led Zeppelin - Since I've been Loving You
https://www.youtube.com/watch?v=SAR7KmiCHto


Oerman staat stil
overkijkt zijn land
Op het puntje van zijn rots

De vrouwen flauw
vallen zullen allen
Bij de oerkracht van zijn blik

Met ruige baard
En potig torso
Druipt vers oerzweet van zijn lijf

Als staal van buiten
Oersteen van binnen
Geen emoties in de weg.

Oerman heerst vrij
over land en over dier
Ware alle mannen Oerman maar

donderdag 20 november 2014

The Herald

Het jaar 2014 telt nog 42 dagen. Om de pijn te verlichten van het korter worden der dagen breng ik u elke dag één van mijn persoonlijke, met zorg samengestelde, top 100 nummers aller tijden, met aan elk nummer een associatief verhaal of gedicht verbonden.

Nummer 42: Comus - The Herald
https://www.youtube.com/watch?v=ZlX1OUfds3Q


In duistere wouden vol groen en vol schaduw kruipt Nebukadnezar deel II.
Op handen en voeten, met nagels als messen, maalt manie alsmaar met zich mee.
Wat een discrepantie van zijn dominantie met de staat waar hij nu verkeerd.

Gebeten door hubris, bezeten door leven werd ziekte zijn monomanie.
Vervallen in machtslust, in trots en in grootspraak, toont God hem nihil clementie.
Draagt zeven jaar gekte, te slijten met dieren, zijn ziel werd door waanzin verteerd.

De dag aangebroken, de rook opgetrokken, zijn geest nu niet langer gekweld.
Stopt het interregnum met Nebukadnezar, de koning in ere hersteld.
Weer vrij om te dromen, idolen te mijden, als monarch die God eeuwig eert.

woensdag 19 november 2014

La Mesniee Mordrissoire

Het jaar 2014 telt nog 43 dagen. Om de pijn te verlichten van het korter worden der dagen breng ik u elke dag één van mijn persoonlijke, met zorg samengestelde, top 100 nummers aller tijden, met aan elk nummer een associatief verhaal of gedicht verbonden.

Nummer 43: Peste Noire - La Mesniee Mordrissoire
https://www.youtube.com/watch?v=d48amP2HONE

Deel 2 van mijn black metal triologie, deel 1 is HIER te vinden.

'5, 6, 7, 8.' Sverd zette een blastbeat in, maar Kris maande hem meteen te stoppen.
'Wat doe je? Het nummer begint veel rustiger.'
'Het werkt niet, ik vind dat er meer blasts in moeten. Daar wordt het meer hypnotisch van.'
'Nee, dan is al het dynamische eruit en klinken we gewoon als elke andere Noorse black metal band uit de jaren 90.'
'Niets mee mis toch? Dat was pure muziek, als één lange adem en niet al dat technische geshow van tegenwoordig.
'Sinds wanneer is dat een opeens een probleem dan? Ga je nou zomaar het geluid van de band aanpassen? Tomas, zeg ook eens wat?'
'Ik moet eerlijk zeggen Kris, ik heb het er gisteren met Sverd over gehad en ik ben zelf toch ook meer gesteld op de oude scene.
'Dus we gaan voortaan een Darkthrone-kopie zijn? Weet je hoe saai dat is om te spelen en vooral voor jou op de bas.'
'Saai is niet altijd slecht, als het in dienst van de muziek', zei Thomas. 'En we hoeven niet meteen een Darkthrone kopie te worden. Er is nog heel veel mogelijk in het genre.' Thomas en Sverd wisselden een blik en knikte naar elkaar, maar voordat Kris er iets over kon zeggen kwam Ingmar binnen stormen met een televisie in zijn handen.
'Jongens, het journaal gaat zo komen!'
'Denk je dat het op het landelijke journaal komt?' vroeg Sverd met een hoopvolle glimlach.
'Weet ik veel! Laten we gewoon kijken', zei Ingmar. Hij sloot de televisie aan in de oefenruimte en zette STV 1 op waar onmiddellijk Rapport begon.

“Vanmiddag is er in het dorpje Spongdal een oude kerk in brand gestoken. Er zijn geen dodelijke slachtoffers gevallen, maar een priester, woonachtig in het aangebouwde parochiehuisje, heeft ernstige brandwonden opgelopen. De politie vermoedt dat daders..”
Kris kon het niet langer aanhoren en liep de oefenruimte uit.

Max staarde in de felle lampen van het plafond. Alles in zijn lichaam deed pijn en brandde nog door, alsof het vuur nog steeds niet gedoofd was. Het gevoel was echter al naar de achtergrond verdwenen, daar Max aan veel ingrijpende zaken leed. Ten eerste de chaos in zijn hoofd. Het was moeilijk zijn gedachtes echt op orde te brengen; er speelden te veel vragen, en potentiële antwoorden op die vragen, onder zijn zwartgeblakerde hersenpan: Wie had de kerk in brand gezet? En waarom? Was het een straf van God geweest, omdat hij had getwijfeld?
In die laatste gedachte liep hij telkens vast. Zijn twijfel was nog steeds aanwezig, zelfs sterker dan ooit, en als er geen God was, dan was dit geen straf, maar slechts een betekenisloze gebeurtenis zoals alle gebeurtenissen betekenisloos zijn in een godloos universum.
Het was een gedachte die hem nieuw was en hem bang, maar ook nieuwsgierig maakte. In al zijn tweeënzestig jaar op aarde was de vanzelfsprekendheid van de betekenis van zijn leven en zijn acties een feit geweest. Altijd had hij geleefd naar die ene waarheid binnen hetzelfde paradigma. Die waarheid stond nu wankelend te balanceren op een dun draadje gespannen tussen beider Twin Towers in de ochtend van 11 september 2001. Een metafoor die hij zelf constant in zijn hoofd had zitten, maar die uiteindelijk hout sneed toen onverwachts Karin scheerlings insloeg met haar ziekenbezoek en er van zijn eerdere twijfels weinig meer overbleef.

'Waar ga je naartoe?' vroeg Sverd, die hem achterna gelopen was.
'Naar huis.'
'Zeggen we geen gedag meer tegenwoordig?'
'Oh, ja, doei.'
'Wacht even. Wat ga je thuis doen?'
'Hoezo? Waarom moet ik dat aan jou vertellen?'
'Ik wil het weten. Ik wil weten wat er zo belangrijk is thuis. Belangrijker dan oefenen met de band en blijkbaar zo dringend dat je niet eens gedag zegt.'
'Het gaat je geen fuck aan man.'
'Het gaat me wel een fuck aan. Jij loopt zomaar, blijkbaar geëmotioneerd, weg, terwijl we het nieuws zitten te kijken over wat we gisteren gedaan hebben. Dat gaat mij zeker wat aan! Ga je het vertellen?' Sverd stapte dichterbij Kris en keek hem strak aan.
'Nee, ik ga het niet vertellen.'
'Wat ga je doen dan, waarom je zo nodig weg moet! Jij gaat het godverdomme vertellen aan de politie!
'En wat dan nog?' Sverd kwam nu akelig dichtbij Kris staan en bijna raakten de neuzen elkaar. Kris bleef hem terug aankijken, maar voelde, tot zijn ergernis, toch een zekere vorm van angst.'
'Wat dan nog? Dan maak ik je kapot.' fluisterde Sverd.

dinsdag 18 november 2014

White Rabbit

 Het jaar 2014 telt nog 44 dagen. Om de pijn te verlichten van het korter worden der dagen breng ik u elke dag één van mijn persoonlijke, met zorg samengestelde, top 100 nummers aller tijden, met aan elk nummer een associatief verhaal of gedicht verbonden.  


Nummer 44: Jefferson Airplane - White Rabbit
https://www.youtube.com/watch?v=XR8LFNUr3vw

Oh woonde ik maar in de hippe jaren zestig.
Baarden, lange manen en een bloem in je haar.
Legendarische artiesten en nog iets om voor te vechten.
Sexy vrije liefde en het rode gevaar.
Volkswagenbusjes en het vredes gebaar.

Maar denkend aan mijn eigen tijd met kansen voor het grijpen.
Lijk ik misschien gevaarlijk veel op Heidegger Twee.
Irrationeel nostalgisch in de ban van het verleden.
Onder indruk van het heden voert modern geluk mij mee.
Vroeger was alles beter, sullig ongerijmd idee.


maandag 17 november 2014

Nine Eyes

Het jaar 2014 telt nog 45 dagen. Om de pijn te verlichten van het korter worden der dagen breng ik u elke dag één van mijn persoonlijke, met zorg samengestelde, top 100 nummers aller tijden, met aan elk nummer een associatief verhaal of gedicht verbonden.  


Nummer 45: The Drones - Nine Eyes
https://www.youtube.com/watch?v=dGEgvTXo8oI


Een sloot bedekt met rood slijm en groene krentenbaarden.
Wormt zich een groot wezen naar boven te drogen.
Zuigt zijn eerste zuurstof, stijgt, viel en vormt negen ogen.
Als ingevlochten lijm is hij vastgezogen tot je dood.
Geen waarden, geen nood, het geeft niet dat het stormt.
In zwijm staarde hij gebogen in geheim je haarden te doven.
Roven zal hij en niets rijmt met zijn beloofde standaarden.
Slechts in de krochten van de moderne pijn is hij bevlogen.
In zijn schoot wat jouw aarde werd met iedereens gedogen.
Zuigt alles ingetogen uit je ziel omdat je toen niets besloot.
Hier eindigt het voor jou helaas ontworteld en ontwormt.
Waarden weggevlogen en toch zullen wij hem eeuwig loven.

zondag 16 november 2014

Perfect Day

Het jaar 2014 telt nog 46 dagen. Om de pijn te verlichten van het korter worden der dagen breng ik u elke dag één van mijn persoonlijke, met zorg samengestelde, top 100 nummers aller tijden, met aan elk nummer een associatief verhaal of gedicht verbonden.  

Nummer 46: Lou Reed - Perfect Day
https://www.youtube.com/watch?v=QYEC4TZsy-Y

Mijn vader is is vandaag eens nuchter.
Geen bier in huis, geen geesten thuis.
'K help hem verhuizen naar 't Raam.
Tis nog geen verzorgtehuis.

Maar niets van dat, de dag is mooi!
We lachen vrolijk met elkaar.
We tillen zware mannendingen.
We vinden overal rood haar.

Het vieze grondzeil? gooi naar buiten!
Knalt van vier etages hoog.
René waar ben je toch gebleven?
Nooit meer zag ik zo'n helder oog.

zaterdag 15 november 2014

Wolf and Fear

Het jaar 2014 telt nog 47 dagen. Om de pijn te verlichten van het korter worden der dagen breng ik u elke dag één van mijn persoonlijke, met zorg samengestelde, top 100 nummers aller tijden, met aan elk nummer een associatief verhaal of gedicht verbonden.  

Nummer 47: Ulver - Wolf and Fear
https://www.youtube.com/watch?v=57pPK9LIa34


Kris stapte zwoegend tussen de bomen door. Hij zag door de vers gevallen sneeuw in de verte het houten kerkje opdoemen. De lucht was opgeklaard, de wind was gaan liggen en bovenaan de hemel stond een grote heldere maan. Het maanlicht reflecteerde sterk op het witte bos waardoor het uitzonderlijk licht was voor de nacht.
Kris keek naar het gezicht van Sverd, die geforceerd lachend naar hem terugkeek, zijn grote neus een beetje optrok en zijn voortanden een beetje ontblootte. Wat is hij toch lelijk, dacht Kris, wat zou hij van zichzelf vinden als hij in de spiegel kijkt? Dan ziet hij die zwarte krieloogjes, die scherpe heksenneus en dat steenpuistachtig knobbeltje op zijn onderkin. En toch heeft hij meer meisjes gehad dan iedereen in het dorp.
'Wat heb je in je tas zitten?' vroeg Sverd
'Gedroogd hout en wat aanmaakblokjes,'
'Ik heb kerosine bij me.'
'Kerosine? Hoe kom je nou weer aan kerosine?'
'Van mijn vader gejat.' Sverd grijnste en stak zijn hand op als teken even te stoppen. Hij haalde een pakje sigaretten uit zijn borstzak, gaf er één aan Kris en stak er zelf één op. De twee jongens rookten zwijgend hun sigaret op en liepen het laatste stuk richting de kerk. Ze kwamen tot stilstand voor het sobere houten gebouw aan de rand van het bos. Aan de linkerkant van de kerk was een begraafplaatsje en aan de rechterkant was een klein parochiehuis. Er brandde nergens licht.
'Hoe komen we naar binnen?', vroeg Kris.
'Gewoon, via de voordeur van de kerk natuurlijk. Het is een kerk, die zijn niet op slot.'
Ze deden de krakende deur open en stapten het door twee kaarsen verlichte gebouwtje in. Het was een kerk met weinig opsmuk. Er hing één houten beeld van de gekruisigde Jezus die uit zijn ogen bloedde. Verder stonden er wat houten bankjes en was er een preekstoel naast het beeld. Sverd grijnsde en liep meteen naar het beeld toe.
'Wat ga je doen?'
'Kijk maar' en hij haalde zijn lid uit zijn broek en begon tegen het beeld aan te plassen. Kris wist niet goed wat hij er van moest vinden. Ze waren hier om de kerk af te branden, niet om over Jezus heen te urineren. Aan andere kant maakte het ook niet uit; de kerk zou toch volledig vernietigd worden, het beeld incluis. 'Haha, dat had ik altijd al eens willen doen.'
'Zullen we het vuur gaan maken, ik wil hier niet lang zijn.'
'Hoezo niet? Ben je bang dat God je ziet?'
'Nee, gewoon, ik wil niet dat iemand ons ziet. Laten we gewoon beginnen.' Kris haalde zijn aanmaakblokjes uit zijn tas en begon er wat takken geordend om heen te plaatsten, als het begin van een kampvuurtje.
'Wat ben je aan het doen? Ik heb kerosine weet je nog?' Sverd haalde de driekwart volle jerrycan uit zijn rugtas en begon het brandbare spul meteen rond te strooien over de banken die hij tegelijkertijd met geweld om trapte. Het lawaai zinde Kris geenszins en hij verzon snel iets om Sverd op te laten houden.
'Wacht even, laten we de laatste resten van de jerrycan over jouw pisbeeld heen gooien. Dat lijkt me een mooi gezicht.' zei Kris die het bevuilde beeld graag weg wilde hebben.
'Ok' zei Sverd die de jerrycan over het hoofd leeg gooide. 'Aan jou de eer het vuur aan te steken!'
'Ik?' Kris keek vertwijfeld in de gepijnigde ogen van het beeld.
'Wat, je gaat nu toch niet terug krabbelen?'
'Nee, nee, geef me je lucifers.' Kris stak de lucifer aan en gooide het naar het beeld, maar er gebeurde niets.
'Je moet het vuur ertegen aan houden, anders verdrinkt de vlam.'
'Maar dan verbrand ik straks.'
'Laat mij het doen dan.' Sverd griste de lucifers uit Kris zijn handen, stak er één aan en hield tegen het voorhoofd van het Jezusbeeld aan. Het vatte vlam en binnen luttele seconden stond het hele beeld in brand.
'Dat ziet er mooi uit toch? Een brandende Jezus is een Jezus die het liefste zie', zei Sverd en hij moest hard lachen. Kris zag de gepijnigde ogen hem aanstaren forceerde ook een glimlach. Hij wist niet meer wat hij moest denken.
Vanuit de achterkant van de kerk hoorden ze opeens een dreun, alsof er iets viel.
'Doe je capuchon op! Niemand mag je zien.' fluisterde Sverd. 'Rennen'. De jongens renden de kerk uit, waar het vuur inmiddels om zich heen begon te slaan.

Max lag al een paar uur op bed en staarde al even lang met open ogen naar het plafond. Vroeger sliep ik altijd als een roos, dacht hij. Vroeger was alles makkelijker lijkt het. Hij draaide op zijn linkerzijde, maar toen hij merkte dat zijn heup weer begon te zeuren draaide hij terug op zijn rug. Hij gaapte, hij zuchtte en hij piekerde. Hij piekerde over God en zijn ooit rotsvaste geloof in diens bestaan. Hij piekerde over de zin en het doel van zijn leven als twijfelende priester en hij piekerde over de rol die hij vertolkte in zijn gemeenschap. Maar vooral zat hem een voorval van een maand geleden dwars.
Nadat hij had staan preken voor een bijna lege kerk kwam Karin hem iets vragen over de preek. Ze was een van de trouwste kerkgangers in het dorp en had nooit een dienst op zondag gemist, tenminste Max kon zich geen dienst meer heugen zonder het verschijnsel van de kleine, magere vrouw. Max was aan één kant op haar gesteld, maar aan de andere kant bang voor haar scherpe blik op kerkelijke zaken en haar recht voor je raap uitspraken. Hij geloofde er heilig in dat zij de enige in het dorp was die werkelijk naar ieder woord van al zijn preken luisterde en hoewel dat bemoedigend was, had het ook iets engs. Alsof er iemand is die constant op je vingers kijkt, die altijd over je schouder meekijkt of je het wel goed doet. Na de preek verdween ze meestal vrij snel, maar die dag was ze blijven hangen.
'Vader Max', zei ze, 'ik had niet het gevoel dat u achter uw woorden stond vandaag'.
'Hoe bedoelt u?' vroeg Max met een glimlach. Hij wist echter dat ze gelijk had, hij had niet achter zijn woorden gestaan en had sommige dingen die dag zelfs extra aangedikt om daar voor zichzelf voor te compenseren.
'Dat weet u donders goed vadertje. U stond niet achter uw woorden vandaag. Ik las twijfel in uw ogen en hoorde wantrouwen in uw stem.'
'Maar Karin..'
'Nee, u hoeft zich niet te verontschuldigen en u moet zich niet laten verleiden zich tot leugens te wenden om mij een plezier te doen. Het gaat om uw eigen geloof en uw eigen verbinding met God. Ik hoop dat u er de komende week over zal contempleren en dat u volgende week weer bij zinnen bent gekomen.'
Max stond met een mond vol tanden, maar wist dat ze gelijk had. De volgende week wist hij haar blijkbaar niet te overtuigen want de dienst erna was Karin niet meer komen opdagen. Het had hem ernstig doen schrikken en hij had sindsdien steeds slechter geslapen.

Hij stond op uit bed. Soms is het beter een nachtelijke wandeling te maken dan slechts naar het plafond te liggen staren. Hij liep naar de keuken in zijn huis om even een glaasje water te pakken en hoorde toen lawaai komen uit het kerkje wat aan zijn huis vast zat. Het klonk alsof er allemaal dingen op de grond vielen. Hij liep terug naar zijn slaapkamer om een dikke trui aan te trekken, want het kon ijzig koud zijn in de kerk en de kou kon op zijn reuma slaan. Terwijl hij zijn trui aantrok hoorde hij iemand hard lachen in de kerk. Het galmde helemaal door tot aan zijn slaapkamer. Hij liep zo snel als hij kon richting de deur van de kerk.
Toen hij de deur open deed zag hij rook en de ruggen van twee jongen. Hij wilde op ze aflopen, maar in zijn haast vergat hij de hoge drempel onder de deurpost en hij viel hard op zijn linkerzij. Hij kermde en hoorde de jongens uit de kerk wegrennen. Hij probeerde op te staan, maar zijn heup deed zo veel pijn dat hij nergens de kracht kon vinden om zichzelf omhoog te hijsen. Een paar minuten bleef hij roerloos op de grond liggen om op krachten te komen. Hij rook een stinkende gaslucht en hoorde de vlammen inmiddels hevig tekeer gaan. Ik moet het vuur doven, dacht hij, anders gaat straks de hele kerk ten gronde. Met zijn armen duwen hij zichzelf van de grond af en hij keek in de priemende ogen van de vlammende Jezus. Hij liep erheen om op een of andere manier het vuur uit te maken, maar een steekvlam van de in brand vliegende kerosine op de banken belette hem nog verder te gaan. Zijn haar en zijn trui stonden in brand en hij schreeuwde. Ik moet de sneeuw in, ik moet in de sneeuw rollen. Hij strompelde naar buiten terwijl de vlammen snel zijn hoofd introkken. Hij dook in de sneeuw en hoorde zijn lichaam sissen. Met de geur van verbrand vlees in zijn neus raakte hij buiten westen.

(Wordt vervolgt)

vrijdag 14 november 2014

Sonne

Het jaar 2014 telt nog 48 dagen. Om de pijn te verlichten van het korter worden der dagen breng ik u elke dag één van mijn persoonlijke, met zorg samengestelde, top 100 nummers aller tijden, met aan elk nummer een associatief verhaal of gedicht verbonden.  

Nummer 48: Rammstein - Sonne
https://www.youtube.com/watch?v=kIBeYoP9Wi0



Vermoorde Hitler Lookalike geen Nazi-sympathisant.”

Bussemaker sluit mogelijk middelbare scholen na “grove fout”.

De negentien jarige Dolf H. die vorige week om het leven werd gebracht door een boze menigte bleek geen Nazi-sympathisant te zijn. Zijn uiterlijke vertoning berustte op “louter toeval” volgens gesprekken met zijn vriendengroep en zijn ouders.

De man, opvallend Dolf genaamd – “naar die leuke kraai uit Alfred J. Kwak”, wist zijn vader ons te melden – was volgens ingewijden net op vakantie geweest naar India waar hij het Hindoeïstische geloof had leren kennen. “Vandaar de Swastika's op zijn outfit.”

Het vraagstuk waarom hij dan met schuin opzij gekamd haar en de bekende snordracht rondliep is volgens zijn beste vriend Joseph G. makkelijk te verklaren. “Dolf is al sinds zijn vijftiende bezig met Emomuziek en de emo-lifestyle en draagt zijn haar al vier jaar op die manier. Sinds hij naar de universiteit ging begon hij er ook een snor bij te dragen, dat is hip tegenwoordig.”


Pfeiffer.

De vraag rest natuurlijk nog wel waarom Dolf H. zelf de link met de beruchte Nazi niet legde. Volgens een jeugdvriend Hermann G is ook dat makkelijk te verklaren. “Ik denk dat Dolfje nog nooit van Adolf Hitler gehoord had. In de vierde van middelbare school heeft hij drie maanden ziek thuis gezeten met Pfeiffer. Precies in die periode hebben we geleerd over Hitler en de 2e Wereldoorlog. Maar om heel eerlijk te zijn kon ik me de naam Hitler ook niet zo goed meer herinneren, ik had maar een 5.5”


Bussemaker wil van middelbare scholen af.

Minister Bussemakers van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap stelt een onderzoek in naar hoe een jongen die 3 maanden middelbaar onderwijs heeft gemist alsnog naar het volgende jaar mocht. Volgens de minister is de desbetreffende school “de oorsprong van het kwaad wat hier heeft kunnen geschieden” en is dit een bevestiging van haar eerdere opmerkingen aangaande “Het malafide instituut genaamd het schoolwezen”.

Er wordt nu serieus gekeken naar het algeheel sluiten van middelbare scholen om dit soort zaken voor te zijn. Een herhaling van het studentenprotest op het Malieveld wordt niet verwacht. Een enquête op de middelbare scholen liet zien dat zeker 98% van de scholieren ook wil dat de middelbare scholen sluiten.

donderdag 13 november 2014

How To Disappear Completely

Het jaar 2014 telt nog 49 dagen. Om de pijn te verlichten van het korter worden der dagen breng ik u elke dag één van mijn persoonlijke, met zorg samengestelde, top 100 nummers aller tijden, met aan elk nummer een associatief verhaal of gedicht verbonden.  

Nummer 49: Radiohead - How To Disappear Completely 
https://www.youtube.com/watch?v=lAF8D0ugyVk


'Ik wil uit elkaar.'
'Wat bedoel je?'
Ik wil niet meer met je samen zijn. Thom keek haar geschrokken aan en wendde zijn ogen naar de grond.
'Maar vind je het niet meer leuk dan?'
'Jawel, maar ik wil iets anders en als ik dat wil bereiken denk ik niet dat we nog samen moeten zijn, dat is ook niet eerlijk tegenover jou.'
'Omdat ik dan te weinig aandacht van jou zou krijgen?'
'Ja, omdat je meer liefde verdient.'
'Dus verdien ik nu gewoon maar helemaal geen liefde!' Thom stond op liep en richting de keuken.
'Wat ga je doen, je gaat toch niet gelijk weg?'
'Ik ga alleen maar wat te drinken halen, ik moet wat water.' Polly bleef alleen achter op de bank en frummelde zenuwachtig aan haar haar. Ze keek naar de klassieke typemachine op haar tafel en sloeg haar ogen neer, alsof ze de staarwedstrijd met het apparaat al had verloren voordat ze eraan was begonnen.
'Wil jij ook water?'
'Nee, dank je.'
Thom kwam terug lopen met het glas en ging in een stoel tegenover haar zitten. Hij dronk wat uit zijn glas en zuchtte toen diep.
'Pol, ik wil niet uit elkaar.'
'Maar ik wel.'
'Nee, jij wilt ook helemaal niet uit elkaar. Dat is alleen een idee wat opeens in je hoofd gekomen is. Het is onzin! Je houdt heel erg van mij, ik hou heel veel van jou! Het slaat dan toch helemaal nergens op.'
'Het slaat wel ergens op! Ik wil uit elkaar en het zit niet zomaar nu opeens in mijn hoofd, het zit al heel lang in mijn hoofd.'
'Hoe lang dan?'
'Weet ik niet. Misschien altijd al.'
'Je wilde altijd al uit elkaar? Waarom waren we dan ooit bij elkaar? Wat? Nee, dat geloof ik niet.' Thom liep weer richting de keuken, maar draaide zich halverwege om. 'Nee, dat is helemaal niet waar. We hebben zoveel momenten gehad samen waar ik 100% van weet dat we er samen evenveel in zaten en waar we samen evenveel van genoten. Die momenten moet je niet zomaar vergeten Pol! En het is niet eens zo heel lang geleden dat we nog een heel leuk moment hadden na het café, toen we die dronken man tegen kwamen, die zei dat de avond nog lang niet om was, dat we iets romantisch moesten doen en dat we toen zijn dronken advies opvolgend onder de Erasmusbrug wijn zijn gaan drinken, totdat we allebei stonden over te geven.
'Ja, dat was wel heel leuk.
'Ja toch?'
'Maar daar gaat het niet om!'
'Waar gaat het dan om?'
'Nou, misschien wilde ik toen niet uit elkaar, maar de dag erna wel en de dag ervoor. Gewoon, soms denk ik wel eens dat het helemaal niet waard ben om met jou te zijn. Ik doe zo niets!
'Hoezo je doet niets, je doet heel veel!'
'Nee, ik kan helemaal niets! Het enige wat ik dan kan is schrijven, maar ik heb al een jaar niet meer geschreven en voor de rest kan ik helemaal niets! Thom zuchtte en liep naar Polly toe die nu hard huilde. Hij sloeg een arm rondom haar schouders en wreef over haar haar.
'Ik vind dat je heel veel ding goed kan.'
'Wat dan?'
'Ik vind dat je heel lekker kunt koken en dat je heel goed kan vrijen.'
'Haha, maar daar kan ik toch niets mee.' lachte ze door haar tranen heen.
'Met seks kan je toch ook geld verdienen?'
'Moet ik dan een hoer worden?'
'Ik weet niet, het lijkt me wel raar om je met andere mensen te delen hoor.'
'Sukkel' Ze knuffelden een beetje, totdat Polly het genoeg vond en Thom wegduwde. 'Sorry Thom, maar ik wil echt uit elkaar.'
'Echt waar? Maar, het voelt zo verkeerd. Ik wil helemaal niet uit elkaar.'
'Maar ik wil het wel! En een relatie moet van twee kanten komen.'
'We kunnen er toch samen aan werken, dat ik je volledig steun met schrijven.'
'Nee, ik moet dat in mijn eentje doen.'
'Hoezo?'
'Anders kan ik het niet. Anders voel ik weer druk en als ik druk voel kan ik niet schrijven.'
'Ik zet je nooit onder druk!'
'Nee ik weet het, je doet het niet expres hoor, maar ik voel wel druk als jij voor mij zorgt en ik moet schrijven, ik moet gewoon helemaal alleen zijn.'
'Maar wat ga je dan doen? Opeens een meesterwerk eruit poepen? Dan is er toch alsnog druk, alleen dan van jezelf. Dan is er niemand meer om te zeggen dat goed bezig bent en dan is er niemand meer om steun bij te zoeken of bij uit te huilen als het even tegen zit. Als ik er niet ben, ben je helemaal alleen!'
'Dat wil ik juist! Ik wil helemaal alleen zijn. Ik moet helemaal alleen zijn.'
'Ik geloof dat niet! Ik kan niet geloven dat helemaal alleen wilt zijn en ik kan ook nog steeds niet geloven dat je altijd al uit elkaar wilde.'
'We wonen toch niet samen.'
'Nee, nou en, waarom zeg je dat?'
'Vind je dat geen teken aan de wand dan? We zijn al vier jaar samen, jij hebt een goede baan en we wonen nog steeds niet samen, dat zegt toch ook iets.'
'Ja, ik weet niet, dat is misschien wel raar ja, ik weet niet, ik heb daar nooit echt over nagedacht eigenlijk. Ik dacht de we op een gegeven moment wel samen zouden gaan wonen. We hebben het er toch al vaker over en ik ben al naar een aantal huizen wezen kijken een tijdje geleden'
'Ja, we hebben het erover ja. Het was denk ik nooit een serieuze optie voor mij.' Thom pakte zijn kin beet en staarde een tijdje naar de grond. Hij deed zijn ogen dicht en probeerde even nergens aan te denken. 'Thom, kan je alsjeblieft gaan?'
'Nee, ik wil niet gaan.'
'Alsjeblieft zullen we er geen ruzie over maken, ik wil gewoon dat je weggaat nu.'
'Ik geloof dat niet.'
'Je neemt mij nooit serieus!'
'Ik neem jou wel serieus.
'Nee, je neemt me nooit serieus. Je trekt altijd alles in twijfel wat ik zeg. Nee, ik wil geen discussie meer, ik wil dat je gaat!'
'Maar.'
'Nee! Ga! Ik wil alleen zijn! GA WEG! Polly pakte een kussen van de bank en stopte het onder haar shirt terwijl ze haar hoofd tussen haar opgetrokken knieën propte, ze draaide haar blik richting de bank en sloot haar ogen.
'Polly', Thom stapte op haar af.
'GA WEG!' schreeuwde ze uit alle macht.
'Ik hou van je Polly'. Thom pakte zijn tas en zijn jas en liep het appartement uit.

woensdag 12 november 2014

All Along the Watchtower

Het jaar 2014 telt nog 50 dagen. Om de pijn te verlichten van het korter worden der dagen breng ik u elke dag één van mijn persoonlijke, met zorg samengestelde, top 100 nummers aller tijden, met aan elk nummer een associatief verhaal of gedicht verbonden.  

Nummer 50: Jimi Hendrix - All Along the Watchtower 
https://www.youtube.com/watch?v=TLV4_xaYynY


'Kijk hem daar nou zitten met zijn zelfvoldane glimlach en zijn vreemde witte leren jasje. Ik kan me niet voorstellen dat het bij iemand anders zou staan, maar hij laat het werken met die rode bandana en die blinkende diamantjes in zijn oren. Als je niet beter wist zou je toch jaloers op hem worden. Je zou die glimlach toch met een vlakke hand van zijn gezicht af willen meppen, haha.
Maar even serieus. Ze zeggen dat iedereen die hem op straat voorbij zien lopen hem nakijkt. Niet eens omdat hij beroemd is of dat ze iets van hem willen. Nee! Ook oude dametjes, jonge kinderen en onhippe figuren, die nog nooit naar rock&roll hebben geluisterd, staan meteen aan de grond genageld en kijken hem onvrijwillig na. Ik heb er theorie over. Ten eerste wil ik even duidelijk maken dat ik me er terdege van bewust ben dat hij ongelofelijk knap is en ik het is aangetoond feit dat hij vreselijk goed ruikt, maar ik geloof niet dat dat de redenen voor het nastaren zijn. Ik geloof dat het iets anders is, iets groters, iets wat de vijf menselijke zintuigen overstijgt. Volgens mij is het een spirituele ervaring van zijn overweldigende charisma. Hij heeft zo een sterke aura om hem heen hangen, zo'n sterke presence, dat mensen door hun verborgen zesde zintuig gedwongen worden naar hem te kijken en hem te bewonderen als een door God gezonden perfect genie. Een wetenschappelijk gegrond bewijs is daar natuurlijk moeilijk voor te vinden, maar ik ben er langzamerhand heilig in gaan geloven na het fenomeen keer op keer gade te slaan en mijn theorie bevestigd te zien worden.

En nu zit hij hier voor me, een beetje voor zich uit te lachen en te genieten van het leven. Nog geen zevenentwintig jaar en al drie meesterwerken van albums onder zijn riem. Nog niet eens een dertiger en al drie jaar onofficieel, maar laten we eerlijk zijn en het hier en nu officieel maken, de beste gitarist op aarde. Een levende legende. Je zou er toch godverdomme jaloers op worden! Kijk hem nou lachen. Haha, kijk hem nou lachen, hah!
En straks ga je dat podium op, op een zonnige maandagochtend en ga je spelen voor een afgemat en leeggelopen Woodstock. En je gaat het legendarisch maken, je gaat het festival claimen, je gaat het festival volledig naar zich toe trekken met jouw ode en vernietiging van het Amerikaanse volkslied. Want jij kan dat maken. Jij kan dat. Je gaat het gewoon doen.'
'Jimi! Je moet op!'
'Ik kom eraan! Een seconde!
Even de bandana recht, even de vingers strekken, even diep ademen halen, en nu dat podium op. Ik ga ze plat spelen.

dinsdag 11 november 2014

Sunday Morning

Het jaar 2014 telt nog 51 dagen. Om de pijn te verlichten van het korter worden der dagen breng ik u elke dag één van mijn persoonlijke, met zorg samengestelde, top 100 nummers aller tijden, met aan elk nummer een associatief verhaal of gedicht verbonden.  

Nummer 51: The Velvet Underground - Sunday Morning
https://www.youtube.com/watch?v=3qK82JvRY5s


Vlak voor het punt waar alles anders zou worden voor Nick, ging hij ontbijten.
Nee, dat moet strakker.
Voordat alles zou veranderen voor Nick nam hij een lekker ontbijtje.
Nee, haal dat “lekker” weg, gewoon een ontbijt en geen “zou”, hou het strak.
Voordat alles voor Nick veranderde, nam hij een ontbijt. De huiskamer was opgebouwd uit mahoniehout.
Wacht, waarom Mahoniehout? Hoe ziet mahoniehout er überhaupt uit? Even opzoeken op Wikipedia. Ik dacht dat het veel donkerder zou zijn. Ik zet wel “donker hout”.
De huiskamer was opgebouwd uit donker hout,
of,
de huiskamer had veel donkere kleuren en veel hout.
Ja, goed genoeg.
Hij ging zitten en keek naar buiten. De zon scheen fel en de vogels floten hard.
Nee, niet hard, ze floten gewoon normaal.
De vogels floten. Nick was een begenadigd schrijver.
Show, don't tell!
Nick pakte zijn pen en schreef in zijn notitieblok wat hij vandaag wilde schrijven.
Veel beter al ja.
Hij schreef in zijn notitieblok: Kunnen we het moment kiezen waar de wereld ons van achteren grijpt en veranderd?
Wat voor persoon is Nick dan?
Nick keek naar zijn vel papier waar hij die woorden zag staan en bloosde toen.
Nee, belachelijk. Nick bloosde helemaal niet!
Nick zag de woorden die hij zojuist op had geschreven staan, keek omhoog en werd geraakt door een vreselijke gevoel in zijn hart. Hij besefte voor het eerst in zijn leven dat hij nu zeker wist dat God niet bestond. Hij besefte dat er niets anders in zijn wereld relevant was naast het geluk van zichzelf en zijn naasten, met de voorwaarde dat slechts als zijn naasten gelukkig waren, hij gelukkig kon zijn. Hij moest nu meteen actie ondernemen en hij wist precies wat hij moest doen. Hij liep naar de keuken waar Rosa de dienstmeid bezig was zijn ontbijt op het dienblad te zetten. Hij keek haar strak in haar ogen aan, pakte haar schouders beet en zei: 'Rosa, het spijt me dat ik al die jaren heb gedaan alsof. Het spijt me dat ik mijn emoties en mijn gevoelens jegens jou nooit duidelijk heb gemaakt, terwijl ze – en hier ben ik absoluut zeker van – toch zo duidelijk aanwezig zijn.
'Meneer Cale, meent U dit?'
'Maar natuurlijk meen ik dit! Meen ik ooit iets niet?' Hij keek haar strak aan en pakte toen haar lichaam stevig vast. Rosa drukte het hare stevig tegen het zijne en sloot haar ogen van genot.

maandag 10 november 2014

Graceless Lady


Het jaar 2014 telt nog 52 dagen. Om de pijn te verlichten van het korter worden der dagen breng ik u elke dag één van mijn persoonlijke, met zorg samengestelde, top 100 nummers aller tijden, met aan elk nummer een associatief verhaal of gedicht verbonden.  

Nummer 52: Big Blood & The Bleedin' Hearts - Graceless Lady
https://www.youtube.com/watch?v=KDhSdJfA404

Ergens diep in de krochten van een verzonnen tijd zijn vijf mensen verbonden in hun element.

Niemand ziet de ander.
allen zijn alleen.
Ieder is zichzelf
Samen een tendens.

Er wordt een volwaardig geplaveid, maar nooit ontdekt, pad bewandeld in één vloeiende streek.

Als er één spontaan veranderd,
is de rest al op zijn pad.
Als de ander nog niet mee is,
blijft de rest dicht aan zijn zij.

Er heerst een grenzeloos vertrouwen in een onberekenbare spanning die op elk moment breken kan.

Ze dwalen kalmpjes verder.
Er dreigt overal gevaar.
Maar in complete rust.
De tijd is zonder eind.

Daar diep in de krochten van een verzonnen, niet bestaande tijd zijn vijf mensen eindeloos tezamen.

zondag 9 november 2014

The Eye Of Every Storm

Het jaar 2014 telt nog 53 dagen. Om de pijn te verlichten van het korter worden der dagen breng ik u elke dag één van mijn persoonlijke, met zorg samengestelde, top 100 nummers aller tijden, met aan elk nummer een associatief verhaal of gedicht verbonden.  

Nummer 53: Neurosis - The Eye of Every Storm
https://www.youtube.com/watch?v=9s2hx6WIEJA 


Onvoltooid script “The Eye of Every Storm”

regisseur: Michael Bay.


Een grote man genaamd Bear Stone gespeeld door Dwayne Johnson stapt uit huis in een dorpje aan de rand van de Schotse Hooglanden. Het huis staat aan de kust. De zon schijnt. We zien Bear staan op de klif boven de rustige zee. We kijken door zijn ogen en zien een enorme orkaan in de verte gaande op zee.

Bear:
'When will it ever end?'

Een vrouw loopt om hem af en legt haar hand op zijn schouder. Ze is slank, heeft grote borsten, is schaars gekleed, heeft lang zwart haar en wordt gespeeld door Angelina Jolie. Ze is de moeder van Bear.

Mother:
'It never will son. Ever since you were born, this storm around us has been raging and raging. It's a curse son. It is your curse.'

We bekijken de twee vanaf de achterkant en zien weer de alles verwoestende storm op zee. Ze draaien zich om richting de camera en lopen de kijker voorbij. De camera draait zich ook om en nu zien we dat in de verte de storm ook op het land gaande is. De orkaan is overal om hen heen, maar in het dorpje is het rustig.

Dan komt de titel grootst in beeld en horen we duistere zware muziek met veel bas en gregoriaanse zang.

'The eye of every storm'

We schakelen naar een wilde achtervolging. We zien Bear Stone zitten op een enorme vrachtwagen met een machinegeweer. Hij schiet wild in de rondte en overal exploderen auto's. Hij schreeuwt erbij en zweet hevig. Dan zien we het doel wat hij neer probeert te schieten. Het is een enorme robot. Hoe dit gerelateerd is aan het verhaal moet ik echter nog later uitwerken. Het is wel een mooi beeld, dus dit moet je voor jezelf in je hoofd houden.

In een volgende scene zien we Bear en profile zitten met zijn opnieuw schaars geklede moeder. Hij pakt haar handen beet en zegt:

Bear:
Don't think of it as leaving you, mother. Think of it as loving you! I have to lift this terrible curse I have trown upon this beautiful village, which very name I have soiled, because ever since I have been born it has been called “The Eye That Never Cries” where it had always been called “àlainn”, meaning “beautiful” in Gaelic.

Als hij klaar is met praten zien we hem opstaan en zijn rugzak pakken.

Mother:
Be careful son. Just, be very very very careful. I do NOT want to lose you son. You are very dear to me. Please, be careful.

Bear
I will Mother, I will be careful.

In de achtergrond zien we op zee een enorme explosie veroorzaakt door een inslaande bliksem op een vrachtschip.

Nog beter uit werken met meer detail: We zien Bear weg gaan van huis en huilen om het emotionele afscheid van zijn moeder. Hij gaat de storm tegemoet, maar de storm blijft constant even ver. Hij komt aan in Edinburgh waar hem verteld wordt dat de eeuwige storm boven àlainn plots verplaats is en over Edinburgh heen is gegaan. Als Bear terug keert naar àlainn gaat de storm met hem mee. Zo komt hij erachter dat hij altijd in het oog van de storm is en dat de storm mee gaat overal waar hij heen gaat. Het is een vloek, maar waarom hij nou vervloekt is, dat moet ik nog beter uitwerken. Misschien heeft zijn moeder wel iets vreselijks gedaan vroeger of is het iets met de Highlanders en onsterfelijkheid. Note to self: een referentie naar Highlander maken.

– Climax scene:

We zien Bear staan boven op een hoge rots. Overal om hem heen woedt de storm, maar boven op de rots is het heerlijk weer. Hij daagt de storm uit voor een duel, hij schreeuwt en is emotioneel.

Bear.
'Come fight me you coward! I see you don't even have the guts to fight me. I'm right here you dirty motherfucker. (de enige keer dat het woord 'Fuck' gebruikt wordt, het moet wel PG-13 blijven) I'll get you, even if it is the last thing I do! The last and final thing!'

De bliksem slaat dan keihard in de top van andere hoge berg, wat de berg volledig uit elkaar doet barsten. We zien een explosie en lava. Bear is echter nog steeds op de top van zijn berg en bij hem gebeurd er niets.

Bear.
'Fight me! Fight me! Fight me! Fight me! Fight me! Fight me! Fight me! Fight me!'

Hij stort neer op de punt van de berg. Ze zien zijn handen moedeloos neervallen. Een mooi symbolisch gegeven.

Dit gedeelte moet ik nog schrijven –

Laatste shot zien we Bear in een cocktailbar staan op een tropische eiland. Er is een feestje gaande en Bear is bezig een cocktail te schudden. In de verte zien we de storm razen. Boven de bar hangt een bordje met 'Nice Weather, Guaranteed'. De camera vliegt over het eilandje en we vliegen een laatste keer de storm in.

-Einde-