https://www.youtube.com/watch?v=SQe88ybEIe8
Richard had een steek in zijn maag,
maar vertikte het zijn handen uit te steken om te bedelen. Het was
pas een week geleden dat hij uit het ziekenhuis was geslopen, maar
het voelde aan als drie maanden. Hij had naar de Nederlandse
ambassade gezocht, maar toen hij die had gevonden bleek het gebouw,
vanwege de instabiele veiligheidssituatie, gesloten te zijn. Toen hij
voor de dichte deuren stond, kon hij geen verdere oplossingen
bedenken. Hij merkte dat iedereen hem aanstaarde vanwege zijn
ziekenhuiskleding en hij besloot dat hij andere kleding moest gaan
zoeken. Het bleek moeilijker te zijn dan verwacht, daar hij geen geld
bij zich droeg en er uit zag als één van de vele hulpeloze zwervers
die hij onderweg tegenkwam. Bovendien was het donker en koud buiten.
Hij was radeloos. Een situatie als deze was hem compleet vreemd en
hij begon moedeloos te worden.
Na drie uur rondlopen in de donkere
stad zakte hij bibberend in elkaar tegen een muurtje aan. Een vrouw
zag hem zitten en kreeg medelijden. Ze deed haar hoofddoek af en
spreidde het over de bibberende man heen. Hij greep de warme stof
beet en pakte zichzelf zo strak mogelijk in. Hij wilde haar bedanken,
maar kreeg het niet over zijn lippen. Hij overleefde de nacht
ternauwernood en ging de dag erna op zoek naar warmere kleding die
hij kon ruilen tegen de mooie hoofddoek.
Een week later was zijn situatie echter
alleen maar verslechterd. Hoewel hij warmere vodden om zich heen kon
slaan in de nachten, had hij honger en dorst en voelde hij zich
bijzonder eenzaam in een land waar hij niet thuis was. Hij wist zelfs
nog steeds niet waar hij was, mede omdat hij geen mens om hulp wilde
vragen. Hij vertrouwde nog geen hond hier.
Niet wetende waar hij heen moest gaan
en wat hij aan zijn situatie kon doen liep hij terug naar een
doodlopend steegje achter een restaurant, waar hij de afgelopen paar
nachten had geslapen. Uit de vuilnisbakken pakte hij soms wat te
eten, wat hem al duur was komen te staan. Een paar nachten geleden
had hij een zware voedselvergiftiging opgelopen en had hij al zijn
bij elkaar geraapte restjes weer uitgekotst. Zonder een goed
alternatief bleven de vuilnisbakken vandaag nog steeds zijn beste
optie.
Kauwend op een stukje oude brood zag
Richard een grote jongeman de steeg in lopen.
'Richard, alles goed jongen?' zei hij
opgewekt. Richard staarde hem met open mond aan. Een stukje brood
viel op de vieze lap stof die als zijn broek diende.
'Wie ben jij?'
'Ik ben datgene die dit alles heeft
mogelijk gemaakt natuurlijk?'
'Heb jij, mijn gezicht, maar, waarom?'
'Richard, Richard, dat valt me van je
tegen. Heb je deze week dan niet heel eventjes de tijd genomen om te
bedenken waarom nou precies jou dit overkomt.' Richard luisterde
echter niet. Met de weinige kracht die hij nog in zijn lichaam had
stormde hij op de man af, die hem met een krachtige stoot meteen weer
op de grond stootte. Verblind door woede sprong hij opnieuw op en
stormde hij opnieuw op de man af. Zijn onderneming was natuurlijk
weer vruchteloos. Dit keer kwam hij echter een stuk minder gelukkig
neer en brak hij zijn rechter pols. Hij schreeuwde het uit van de
pijn, maar was zo boos dat hij deze ogenblikkelijk weer vergat.
'Vieze teringlijer! Vieze kankerturk.
Wie denk je wel dat je er bent heh, een beetje mensen ontvoeren en
mishandelen.'
'Wie denk jij wel dat jij bent
Richard.'
'Wat heb je met Kuifje gedaan?'
'Wie is Kuifje?'
'Mijn hond jij gore zandneger! Je hebt
mijn hond verm.' De man schopte Richard hard in zijn buik zodat hij
zijn zin niet kon afmaken.
'Je hebt hier volgens mij niets
geleerd.' Opnieuw schopte hij hem hard in zijn buik. Dit keer had de
schop zo veel impact dat Richard bloed spuugde. 'Volgens mij valt jou
helemaal niets te leren. Jij bent een idioot Richard. Een slecht
excuus van een mens' schreeuwde hij.
'Opkankeren, laat me met rust.' kermde
hij vanaf de grond. De man bleef hem echter in zijn maag schoppen en
verloor zijn eerdere kalmte volledig.
'Vies, vuil, klein kut racistje. Jij
bent van geen waarde op deze wereld. Jij bent een walgelijk en
nietszeggend mensje wat geen recht heeft nog verder te leven. Sterf
rat! Sterf!
Richard hoorde het geschreeuw al niet
meer. De laatste gedachten die door zijn hoofd gingen was dat hij
Kuifje nog te eten moest geven en dat hij volgende week weer Pedigree
kon kopen als zijn moeder hem haar maandelijkse geeltje gaf. De hond
likte zijn bakje leeg en kwam tevreden op Richards schoot liggen,
waarna ze samen de Eredivisiesamenvattingen keken en in slaap vielen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten