dinsdag 30 september 2014

Bitch, Don't Kill My Vibe


Het jaar 2014 telt nog 93 dagen. Om de pijn te verlichten van het korter worden der dagen breng ik u elke dag één mijn persoonlijke, met zorg samengestelde, top 100 nummers aller tijden, met aan elk nummer een associatief verhaal of gedicht verbonden.  

Nummer 93: Kendrick Lamar - Bitch, Don't Kill My Vibe
 

Een regengordijn, nadert stapvoets, “je bent een alcoholist'!
In Broer Konijn, draaft papa door, zijn hoofd gehuld in mist.
'Opdonderen zwakzinnig rotkind, dit is niet jouw gezin.'
Spring op de fiets, 'snel naar de kering', een tweedehands toerist.
Vergist, 't is nacht, 'waar is de dag heen?', wacht op de ochtenddauw.
Ik krijg van mam een koud gekookt eitje, van binnen bont en blauw.
Vooraan een nauw, klein viaduct, ze schreeuwt, hij fietst boos weg.
In Broer Konijn plots haastig terug, eten wij prei, met zeep belegd.
Luister boven, angstig gelach, het vuur is weer ontwaakt.
Met blauwe ogen, uitgerukt haar, het beest kil afgemaakt.



maandag 29 september 2014

Funeralopolis


Het jaar 2014 telt nog 94 dagen. Om de pijn te verlichten van het korter worden der dagen breng ik u elke dag één mijn persoonlijke, met zorg samengestelde, top 100 nummers aller tijden, met aan elk nummer een associatief verhaal of gedicht verbonden.  


Nummer 94: Electric Wizard - Funeralopolis


Ik voelde mijn longen diep branden, blies rustig uit en opende mijn ogen. Grote rookwolken trokken over de stad. Ik wreef mijn ogen uit en aanschouwde de naderende zwarte massa met een grote afschuw. 'Dit is niet goed man' zei ik. 'Wat is niet goed?' klonk de zware stem van Michel. 'Die wolken daar man, ze zijn te diepzwart en, en ze, ze zijn giftig man'
Toen was er lawaai, ergens uit een hoek, waarna heel subtiel een stilte in onze kamer daalde.
Mijn voorhoofd, ogen en handen zaten geplakt aan het raam. Mijn oogballen voelden het koude glas zachtjes opwarmen, terwijl ik het afschuwelijke schouwspel buiten zag voltrekken. De zwarte wolken regenen inmiddels groene chemische regen en grijze sneeuw van as. Ergens in de verte stortte een gebouw in en er klonken vreselijke schreeuwen.
Ik durfde niet meer te kijken en trok mijn oogballen van het glas af. Ik begroef mijn gezicht even in mijn handen en haalde toen mijn vingers stevig en langzaam over de huid van mijn gezicht naar beneden zodat de onderkant van mijn dieprode oogballen zichtbaar moest zijn. Ik keek naar Michel en zag hem ijzig voor zich uit te kijken. Zijn altijd al melkwitte huid nu wit als een vampier en zijn ogen zo rood als de duivel. 'Michel, wat is er aan de hand man, waarom zit je zo stil?' En terwijl ik deze woorden sprak merkte ik dat er geen geluid meer uit mijn keel kwam en dat ik ze voor mezelf had gezegd. Het lukte allemaal niet meer in deze volledig blauw staande kamer, ik moest weg hier.
Ik stapte de kamer uit en wilde richting de voordeur gaan, maar mijn voeten waren zwaarder dan verwacht. Met mijn beider handen pakte ik mijn linkerbovenbeen, net boven mijn knie, tilde die met al mijn kracht op en slaagde er zo in een stap te zetten. Ik moest even bijkomen, maar wist dat nu het rechterbeen aan de beurt was. En zo geschiedde het dat ik, na wat mogelijk een uur was, bij de voordeur aankom en deze open deed. 

De lucht was inktzwart met hier en daar een felle oranje gloed die lokale brandjes verrieden. Enkele gebouwen in de verte, waarvan het feit dat ze daar stonden in mijn geheugen toch duidelijk was opgeslagen, waren verdwenen. De straat was leeg, maar ik voelde dat het hier binnenkort zou overstromen met ongewenste gasten.
Om de hoek was er plots een ijzige schreeuw te horen en mijn kaak viel zowat uit mijn hoofd van angst. Ik wilde terug naar binnen, maar de deur was inmiddels in het slot dichtgevallen. Ik begon te trillen en toen ik naar mijn handen keek kon ik geen van mijn vingers nog helder zien. Mijn op 1 na meest linker nagel leek te versmelten met de pink ernaast. Mijn linkerarmhaar stond recht overeind. De pezige elleboogplooi en mijn dunne biceps stonden strak gespannen. De aderen liepen er nog strakker overheen. Mijn mond begon te malen en te kwijlen, mijn hoofd te tollen en plotseling zakte ik flauwtjes ineen en lag roerloos op de stoep.

Ik weet niet hoe lang ik daar gelegen heb, maar een explosie bracht me weer terug het bewustzijn in en deed me op mijn voeten springen. Nieuwe energie maakte zich van mij meester en ik begon te rennen. Weg van de explosies, weg van het geschreeuw.
Ik sloeg af naar links, maar daar zag ik toch mijn grote schrik een groep verminkte mannen lopen. Hun looppas was vreemd en onregelmatig en op hun huid waren open wonden te zien. Bij de grootste van de groep hing een oog uit zijn kas wat plots knapte en op de grond rolde. Deze mannen waren duidelijk in een staat van ontbinding. 'Zombies!' schreeuwde ik tegen mezelf, waarschijnlijk weer slechts in mijn hoofd.
Ik rende terug en sloeg rechts af, naar huis. Maar daar, op de andere hoek, zag ik datgene wat de vreselijke schreeuwen had veroorzaakt: een gigantische weerwolf. Hij aarzelde even en voordat hij in gang schoot om mij in stukken te scheuren stond ik al voor mijn deur en bonkte met mijn vuisten hard tegen het gammele hout. 'Doe open, doe open' schreeuwde ik, maar weer faalde mijn keel een geluid voort te brengen. Ik draaide mij om en daar stond, nog geen meter van mij vandaan, het harige beest met ontblootte tanden. De andere kant oprennen was geen optie, want ik voelde dat drie ijzige handen mijn schouders stevig beet pakten en deze naar de grond duwden. Het was afgelopen, dit was het einde. 

Ik sloot mijn ogen en wachtte totdat ik uiteen gerukt zou worden, maar de pijnen blijven uit. Wat echter nog een verbluffender effect had, was dat het niet donkerder werd na het sluiten van mijn ogen, maar dat er een hele nieuwe wereld verscheen. Alsof iemand een rolluik naar beneden trekt met een bewegend schilderij erop. Ik stond in het midden van een kamer, met een zwart-wit geblokte tegelvloer, een enorme witte kroonluchter en 2 marmeren beelden naast me; de een wit, de andere zwart. Ik voel me goed, hernieuwd, licht. Ik zag het licht, ik begon te zweven, ik begon te draaien, ik transformeer, in een planeet, in de zon, ik was alles, alles was één. Ik was. En toen werd ik wakker geschud. '
Jezus Steef, gaat het wel, je was wel ver heen zeg'. Ik keek Michel met verbazing aan. 'Jezzzuss, hevig spul zeg' klonk er uit mijn keel. Ik was blij mijn eigen stem weer te horen en te merken dat Michel mij ook hoorde. 'Zonder meer' knikte hij en leunde rustig naar achteren. Ik nam een diepe hijs, voelde mijn longen weer in de fik staan en sloot mijn ogen voor mogelijk een nieuw avontuur.

zondag 28 september 2014

Lieve Jongen

Het jaar 2014 telt nog 95 dagen. Om de pijn te verlichten van het korter worden der dagen breng ik u elke dag één mijn persoonlijke, met zorg samengestelde, top 100 nummers aller tijden, met aan elk nummer een associatief verhaal of gedicht verbonden.  

Nummer 95: De Groep - Lieve Jongen


'Mevrouw, mag ik u iets vragen?'
'Ja'
'Het duurt niet lang'
'Ja, ja, vertel maar'.
'Heeft u, misschien, ooit gehoord van Jochem F. Melis?'
'Nee'
'Echt Niet? De JFM, zoals hij ook frequent genoemd wordt, is in mijn ogen, niemand minder dan een levende legende. Hij is een fantastisch sportman, begenadigd dichter en schrijver en wonderlijke muzikant. Via een speling van het lot loopt hij echter op zijn laatste loodjes.
'Wat is er dan met hem?'
'Hij was te goed, in alles. Laat me een voorbeeld geven. Toen hij de 20 al lang en breed gepasseerd was besloot hij te gaan wielrennen. Nog een geen 2 weken later won hij zijn eerste wedstrijd al, een paar weken later had hij drie niveaus overslagen, won alles waar hij aan mee deed en kreeg een profcontract aangeboden van het het grote Rabobank-team. Maar het mocht niet zo zijn.'
'Wilde hij niet meer dan?'
'Nee, dat was het niet. Het was meer, tjsa, ik kan het niet 100% bewijzen, maar het verhaal gaat dat hij te goed was. Hij was gewoon te goed. In het profpeloton werd hij nauwlettend in de gaten gehouden en men zag dat wanneer hij prof zou worden hij alles en iedereen zou overklassen. De ploeg die hem in de rangen zou hebben, zou alles winnen, zeker een decennium lang. Dus besloten ze met z'n alle, alle profploegen, een afspraak te maken. Niemand mocht hem in de ploeg opnemen. Ten eerste om de sport te redden van een te dominant figuur, ten tweede om geen wedloop te veroorzaken bij de ploegen wie hem het meeste geld zou bieden. Rabobank trok hun voorstel in, de andere ploegen wilde hun handen niet brandden en hun mondeling akkoord schenden en Jochem F Melis zou voorgoed bij de amateurs blijven.'
'Jeetje, wat een verhaal zeg'
'Ja, je hebt wel eens van dat soort vreemde zaken heh. Kijk maar bijvoorbeeld naar de Italiaanse wielrenner Alfredo Binda die in 1930 een grote som geld betaald werd om niet deel te nemen aan de Giro d'Italia, omdat hij al 4 edities gewonnen had, een te nette en perfecte sportman was en de wedstrijd zo saai werd dat niemand er meer naar keek. Soms gaan die dingen gewoon zo, blijkbaar'
'Maar u zei ook dat die meneer Melis een begenadigd dichter en schrijver was? Waarom ken ik hem daar dan niet van'
'Dat is een mogelijk nog tragischer geschiedenis. Al voor zijn korte wielercarrière hield hij zich bezig met het schrijven van gedichten en korte verhalen, en niet onverdienstelijk! Zijn stijl was vernieuwend, ongezien in de Nederlandse literatuur. Zijn grootste gave echter was de scheiding die hij aanbracht tussen zijn werken. Hij kon heel speels schrijven, voor een breed publiek zeg maar, maar hij kon zich ook echt verdiepen in de donkerste poëzie. Hij kon diepgaand en filosofisch schrijven. Zijn grootste idee kwam echter ergens aan het einde van de jaren 90 toen hij, zoals hij het zelf omschreef, een soort goddelijk inspiratie kreeg voor een kinderwerk over een tovenaarsjongen. Gerry Bliksemschicht zou hij heten vanwege een bliksemschicht-vormig litteken midden op zijn voorhoofd. Dit zou zijn doorbraak worden, hij was er zo zeker van.
Na het eerste boek al af te hebben, en zelfs 6 vervolgdelen als manuscript had uitgewerkt, reed hij, op de fiets natuurlijk, naar een uitgever waar hij, terwijl hij zijn fiets op slot zetten, bruut werd overvallen. Zes gemaskerde Britse mannen en vrouwen sloegen hem hard neer, namen zijn manuscript mee en trapten hem daarna in coma. Toen hij 3 weken later eindelijk ontwaakte was het al te laat. De politie was op allemaal dode sporen gekomen en het onderzoek was al stop gezet. Maar wat nog erger was was dat zijn huis met al zijn manuscripten en al zijn kopieën van zijn werk was afgebrand. Een pyromaan zeiden ze. En die dag publiceerde een toen nog onbekende Britse schrijfster haar eerste succesroman. U weet natuurlijk wat daarvan gekomen is.'
'Harry Po..”
'Gerry Fucking Bliksemschicht! Godverdomme!'
'Ho, rustig maar'
'Oh..Sorry sorry, ik word er nog steeds kwaad om als ik eraan terug denk. Hoe dan ook, daarna heeft hij nog een poging gedaan in de muziekwereld, maar dat werd een fiasco. Mensen begrepen het gewoon niet. Het was te complex, of te out of the box of ja, ik weet het niet, misschien lag het aan zijn nasale schuurpapieren stem. Het was geniaal, zonder meer. Ik heb nooit beter gehoord, maar als je ziet dat de top 40 van tegenwoordig slechts bevolkt wordt door mensen als The Black Eyed Peas en Pitbull, mag je ook niets anders verwachten. Hoe zou een Mozart of Bach zich daarmee verhouden? Zouden die hits scoren, nee! Dus ja..
'Ja..'
'Ja..daarom wilde ik u vragen of u misschien wat geld kan lijden voor een arm, gebroken genie.'
'Ik, ik heb niet echt kleingeld bij me'
'Ach kom op, ik zag u net een patatje kopen bij de Bram! 50 cent is echt al helemaal goed'
'nou..ik weet het niet'
'Kom op mevrouw, u kunt me toch niet zo laten hangen, ik heb u net een prachtig verhaal verteld. Toch?'
'Hmm, nee, sorry, ik geef niet aan zwervers en bedelaars. Het is een principe kwestie, dat zal u wel snappen, hoop ik. Maar veel succes en een prettige dag nog'
'Dankuwell mevrou...w......

zaterdag 27 september 2014

Towboat

Het jaar 2014 telt nog 96 dagen. Om de pijn te verlichten van het korter worden der dagen breng ik u elke dag één mijn persoonlijke, met zorg samengestelde, top 100 nummers aller tijden, met aan elk nummer een associatief verhaal of gedicht verbonden.  

Nummer 96: Deathprod - Towboat 


Licht in het duister

Alsof de goden een meteorietenregen op aarde doen storten, barst, het zojuist nog rimpelloze water van de Grote Oceaan, uiteen in een genadeloze orkaan. Ik zit er midden in, alleen, met mijn boot genaamde 'Zwarte Zee'. Een imponerende boot, niet vanwege zijn maat, maar dankzij zijn robuuste uitstraling en zware zwarte dieselmotor. Maar zelfs zijn oorverdovende grom verbleekt bij de bulderende oerschreeuw van de zee. Na vijftig dagen lang rond te hebben gezworven, worden we verzwolgen. Hiervoor ben ik gekomen.

Slechts flarden van de voornaamste episodes in mijn level kan ik nog voor me halen. De schooldag toen mijn beste vriend koos voor het pad van het grote geld en het witte poeder. Het eindeloze lawaai van het vuur en de machines van de kolenfabrieken; eerst immer aanwezig in mijn slaapkamer, later de bron van mijn inkomsten en de oorzaak van mijn ene dove oor. Het eens gelukkige huwelijk, wat bruut uiteenspatte met het doven van het vuur in het hart van mijn vrouw, toen ons pasgeboren kind ter aarde werd besteld. Het herhalend heffen van de glazen en de flessen naar mijn mond en daarmee leeg druipen van mijn opgespaarde duimkruid. Tot aan het moment dat ik alles wat ik nog had verpatste, “Zwarte Zee' voor een appel en ei aanschafte, en de zee op voer.

Met grote kracht worden we de diepte in geslagen. Het gebulder en geraas aan het wateroppervlak neemt geleidelijk in kracht af wanneer we worden omgeven door de grote monsters van de oceaan. Het wordt donkerder, de druk wordt groter en de boot begint te kraken en te barsten. De wetenschap van de onmogelijkheid tot een succesvolle terugkeer hangt als een vlijmscherp mes boven mijn nek. Nochtans omarm ik die guillotine. Waar angst hoort te zijn voel ik niets anders dan een ijle hoop van waar al mijn handelen nu uit voor komt. Een dun draadje hoop om nog iets te vinden in dit leven wat niet bestaat uit het zwarte gal waar de rest op was gebouwd. Iets moois.

De boot neemt in snelheid af en draait zich nu met zijn neus richting de kern van de aarde. Kaarsrecht dalen we gestaag in een wrijvingsloze schacht af naar het zwarte niets wat op ons wacht. Mijn laatste vocht heb ik al lang uitgezweet, mijn laatste angsttrilling zelfs al vergeten en met een vastberaden blik zie ik hoe het zwartste zwart slechts muisgrijs lijkt met wat er nu voor mijn ogen opdoemt. De boot lijkt dan niet meer te dalen, niet meer bewegen, maar hij is nergens geaard, hij lijkt er slechts te zijn, alleen in een wereld van niets, een vacuüm.

Met een leeg hoofd staar ik uit de ruiten van mijn cabine. Ik neem een laatste keer diep adem en loop naar buiten, mijn laatste minuut tegemoet. Daar zweef ik. Mijn boot verdwijnt meteen uit het zicht. Ik ben alleen. Tenminste, misschien ook niet. Want daar, in de verte, zie ik een vaal lichtje verschijnen. Hier, in het niets, een lichtpuntje. Op het donkerste moment van mijn leven, vlak voor het definitieve einde, omgeven door niets dan niets, straalt het mij toe. Mij! We naderen elkaar gestaag. Ik strek mijn armen uit, pak het beet en voel de zachte warmte mijn handen strelen. Ik voel dat het in mijn polsen naar binnen dringt en een verzadigde glimlach vormt zich op mijn mond. Ik laat alles los, alle gedachtes, alle herinneringen. Ik laat de laatste restjes zuurstofarme lucht uit mijn longen stromen en verdwijn in de omgeving, compleet.


vrijdag 26 september 2014

You're the Doctor

Het jaar 2014 telt nog 97 dagen. Om de pijn te verlichten van het korter worden der dagen breng ik u elke dag één mijn persoonlijke, met zorg samengestelde, top 100 nummers aller tijden, met aan elk nummer een associatief verhaal of gedicht verbonden. 

97: Ty Segall - You're The Doctor


Cor e' Torre. 't Oor heurt!

De heer Corre Oortyuh roert 't 'out door.
“Corre, ye roert 't out te teer”
Corre de heer toeter en teurt!
“'t out te teer Torre? Roert ye reet!
“Rete roere Corre? Ye reet de hoere”

Corre e' Torre drutte druc door.
“Ooee” hoort Corre door 't oor
Torre toeter, teurt e' horeert,
'Het heurt!' croert Torre, 'het heurt!'
Corre! Toeter Rutte! 'E heet doctor.

Rutte, de Doctor droort erdoor.
Torre Croert e' croert 'het heurt'
Corre e' Rutte de doctor ture
't Oor de Torre roert root
De heer e Doctor treurt 't oor Torre.
 
Y O U ' R E T H E D O C T O R

donderdag 25 september 2014

Nottingham Lace

Het jaar 2014 telt nog 98 dagen. Om de pijn te verlichten van het korter worden der dagen breng ik u elke dag één mijn persoonlijke, met zorg samengestelde, top 100 nummers aller tijden, met aan elk nummer een associatief verhaal of gedicht verbonden.

98: Buckethead - Nottingham Lace

https://www.youtube.com/watch?v=iyKpoh1YHew

De koplampen bestralen de weg die vluchtig onder mijn auto door kabbelt.
Ik ben alleen in een landschap van bomen, rivieren, bergen en een enorme maan.
Naast de maan prikken de sterren van de Melkweg ongewoon fel in mijn ogen.
Ik schakel naar zijn vijf en druk het gaspedaal vol in, zoals ik ga, gaat de baan.

Ik versnel subtiel en jaag op het geluid wat zich nog moeiteloos verdedigd.
De rivier nu wordt een blauwe streep, de bomen slechts een groene waas,
Een knal verspreid zich achter mij, maar ik hoor het slaan van mijn hart.
Ik stijg op en vlieg richting de sterren, het licht is nu mijn haas.

Het zwart wordt langzaam opgevuld door stralen van wit licht en ruis.
Ik scheur door wolken die sterren janken en zie dwergen sterven zo triest.
Ik zet door totdat ik overal ben, in alles verbonden, met ieder tegelijk.
Met mijn pedaal nu beneden snel ik het licht in, verdwijn ik, in het niets.

woensdag 24 september 2014

Accordion

Het jaar 2014 telt nog 99 dagen. Om de pijn te verlichten van het korter worden der dagen breng ik u elke dag één mijn persoonlijke, met zorg samengestelde, top 100 nummers aller tijden, met aan elk nummer een associatief verhaal of gedicht verbonden.

99: Madvillian – Accordion

https://www.youtube.com/watch?v=rpaonSDPw7Y

De grote woeste wolf woedt buiten
Hierbinnen is het kaal en leeg
De koude vloer en nergens ruiten
Beton van staal, lucht van ijs
Mijn keel die nog slechts eenzaam zweeg

Een trekgeluid van vals karton
Scheurt mij langzaam uit elkaar
Waar zijn nu mijn zon en maan
Knipper knippert TL lichten
Haal mij weg uit deze waan.

dinsdag 23 september 2014

The Old Man's Back Again

Het jaar 2014 telt nog 100 dagen. Om de pijn te verlichten van het korter worden der dagen breng ik u elke dag één mijn persoonlijke, met zorg samengestelde top 100 nummers aller tijden, met aan elk nummer een associatief verhaal of gedicht verbonden. Laat het aftellen beginnen! Dank u wel.
 

100: Scott Walker - The Old Man's Back Again

https://www.youtube.com/watch?v=N-zgdGQB4S4


Ik werd wakker te midden van een hoop lawaai. Het was alsof er groep van 50 woedende mannen op een enorme berg metaal aan het slaan waren en daarbij schreeuwden alsof hun waardigheid ervan af hing. In de verte klonk zachtjes een machinegeweer en als ik goed luisterde kon ik ook flauwtjes een trompet onderscheiden. Ik keek opzij. Daar lag mijn buit van gisteren: een klein beetje mollig, maar ontzettend geil meisje van een jaar of 20, met een klein puntig kinnetje en nu al vol tatoeages. Ik keek nog even kort, maar wilde haar absoluut niet wakker maken. Dus om het lot niet verder te tarten sloop ik haar tent uit en begon rustig terug te lopen. Terug naar mijn mensen, terug naar reeds lang gesloten vriendschappen, nu in volle bloei.
Ik liep langs de tentenkampen waar donkere zoete rook uit opsteeg. Het vuilnis had zich opgestapeld langs de kanten van de weg en in de ondiepe greppels. Overal lagen lege blikjes, verfrommelde pakjes sigaretten, uit gelubberde condooms en kwakken mayonaise op verdroogde patatten. Ik voelde me brak en had een lege maag, maar de nacht was een succes geweest en ik was in opperbeste stemming. Opeens ontstond er vlak naast mij een ontzettende groove en daar bestormden twee flinterdunne meisjes in bikini het looppad. Ze pakten beide een hand en we begonnen met zijn drieën in een rondje te springen en te lachen. Beide keken mij verliefd aan, lieten toen los en dansten vrolijk verder richting een andere brakke gast achter mij. Verbaasd bleef ik ze nastaren en zonder dat ik het door had bleef ik ook dansen. Toen ik het opmerkte begon ik te lachen en al dansend en huppelend rende ik terug naar mijn groep, waar ik luid zingend aan kwam.
Allen staarden mij in stilte aan, hun gezichten betrokken. Mijn gezang maakte de stemming nog bedrukter, maar ik zette stug door om ze aan het lachen te maken; het mislukte.
'Jochem, donder alsjeblieft op met je bullshit. We wensen Aaabbsooluut niet om te gaan met “jouw soort mensen”'.
Ik staarde ze wat verward aan en besefte toen opeens dat ik gisteren, voordat ik mijn slaapgenoot had ontmoet, een enorm dronken betoog tegen de linkse elite had gehouden. Iets in de trant dat 'alle Volkskrantlezers uit de samenleving gezet moesten worden en de linkse kunstenaars-elite zo ver in hun eigen reet vastgeroest zit dat ik zelfs liever een NSDAP-lid zou zijn dan nog deel uit te maken uit die vreselijke niet-zelfreflectieve groep'. Hoe dan ook, een bijzonder onsamenhangend en dronken verhaal wat blijkbaar niet in goede aarde viel bij mijn vriendengroep bestaande uit 90% Groenlinks stemmers en kunstenaars. Ze staarden me woedend, en treurig teleurgesteld aan, en ik zag dat ze mij pijn wilde doen met hun blikken. Ze hadden echter geen rekeningen gehouden met mijn opperbeste stemming. Zo gebeurde het dat ik vrolijk en zingend weg liep, een nieuwe vrijheid tegemoet. Met een dekselse groove in mijn hoofd begon ik te scatten:

"Da da da da da da dai daiahumdai.
twiedawada twiedawada dwiedawada dwiedawada dwiedawada dai daiem dwaiemdumdwai
duwidadieieie dadia dudei dudei duhduhduhduhduhduh"