zondag 16 september 2012

De Mythologisering van de Onttovering

De Mythologisering van de Onttovering

De oude baard wappert en weert.
Op een veerboot die zich eeuwig keert.
De herhaling is er in geslepen.
Een muntje behoort men niet vergeten.
Waar je anders in de wacht verkeerd.

Een lage toon dreunt in de wijdte.
Zijn kaak schud en zijn ogen bijten.
Het water schreeuwde en was dan stil.
De contouren scherper en de veerman kil,
hoe een sleepboot zijn zee in tweeën splijtte.

De stoom substitueert de spaan.
De schipper vreest nu voor zijn baan.
Al snel is de zee der zielen,
leeggevist door juvenielen.
Gekromd zien ze de veerman gaan.

Sprak de oude man wiens tijd nog zijt,
nostalgisch blikt vol min doch nijd.
Niemand dorst breken met zijn relaas,
Daar het vroeger is als nu helaas.
De wereld was al zulk altijd.