vrijdag 19 december 2014

Hospital

Het jaar 2014 telt nog 13 dagen. Om de pijn te verlichten van het korter worden der dagen breng ik u elke dag één van mijn persoonlijke, met zorg samengestelde, top 100 nummers aller tijden, met aan elk nummer een associatief verhaal of gedicht.

Nummer 13: The Modern Lovers - Hospital
https://www.youtube.com/watch?v=blJldvAPwpQ


Langzaam probeerde Richard zijn ogen open te doen. Zijn oogleden deden echter niet wat hij wilde. Hij raakte in paniek. De gedachte dat hij misschien verlamd was en dat hij zijn ogen nooit meer open kon doen liet hem een enorme kreet slaken. Hij spartelde wild heen en weer, maar merkte toen dat hij zich dus prima kon bewegen en hij werd weer wat rustiger. Hij wist echter nog steeds niet waar hij zich bevond of wat er met zijn ogen aan de hand was. Bovendien voelde hij een vreemde druk in zijn achterhoofd, maar ervoer hij geen pijn. Hij wilde met hand aan zijn achterhoofd voelen, maar merkte toen dat zijn arm vast zat aan allerlei slangetjes. Er zat blijkbaar een infuus in zijn arm. Was hij dan in een ziekenhuis? Plots hoorde hij een stem vanuit de verte aankomen. Hij begon te schreeuwen: 'Hallo, wat is er aan de hand! Ben ik in een ziekenhuis? Help!'
Een vrouw beantwoordde hem in een vreemde taal. Ze klonk kalm, legde haar warme hand op de zijne en begon wat aan zijn infuus te frutselen. Richard trok snel zijn hand weg.
'Ja, dat versta ik toch helemaal niet. We praten hier gewoon Nederlands hoor en als je dat niet kan leer je het maar. Zo moeilijk is het niet, kleine kinderen leren het ook gewoon.'
Ze antwoordde opnieuw in de vreemde taal en liep toen weg.
'Laat je me hier nou gewoon achter? Lekker beleefd. Hallo?'
Een paar minuten later kwam ze terug met een andere vrouw die hem vriendelijk aansprak in gebroken Engels.
'Hello mister, you Hospital.'
'Ja, ik ga toch geen Engels praten. Wat is er aan de hand?'
'You no talk English?'
'Nee!'
'Than, I cannot help you.'
'Wacht, wacht. Uuuh. Wheruh ben I?'
'You talk English?'
'Yes, I talk beetje English. I am in Hospital? Why, wat is happening?'
'Mister, you coma. Three days. We save you from street.' Plots stond Richard het incident in de steeg weer voor de geest. Hij raakte opnieuw in paniek en begon zwaar te ademen.
'Why you talk no Nederlands. Where am I? Not in Nederland?
'No mister, this is Tripoli.'
'Tripoli? Wat is dat?
'Beautiful city with the sea mister', lachte de vrouw een beetje. Iemand begon weer met zijn infuus te rommelen, maar Richard had het niet echt meer door. Hij probeerde de gebeurtenissen op een rijtje te zetten, maar had te weinig informatie om echt een helder beeld te schetsen. Hij lag dus in een ziekenhuis, in een ander land, ergens bij de zee en de mensen hadden hem op straat gevonden. Hij had zelfs drie dagen in coma gelegen.
'Kuifje! Wat is er met Kuifje gebeurd?'
'I no understand mister.'
'Kuifje, mijn dog, wat happened to mijn dog.'
'I not know mister. Dog not with you.'
'Maar wie heeft dan godverdomme mijn hond te eten gegeven. Dat beest kan helemaal niet zonder mij.'
Hij zag het beeld van een dode Kuifje, liggend op de vloer van de keuken, plots haarscherp op zijn netvlies staan en begon te huilen en te schreeuwen. De zusters maande hem te kalmte, maar hij hoorde niets meer. Na een paar minuten van blinde paniek voelde hij een naald zijn arm in komen en zakte hij opnieuw in een diepe slaap weg.

Toen hij wakker werd duurde het even om alles weer op een rijtje te krijgen. Hij begon weer zachtjes te huilen om zijn waarschijnlijk dode hond, maar kon zichzelf dit keer in toom houden. Met zijn linkerarm waar geen infuus in zat begon hij aan zijn gezicht te voelen. Het voelde helemaal opgezwollen en bijzonder behaard. Hij duwde zijn ogenleden naar boven. Het felle licht van de TL-balken brandde heftig in zijn ogen. Langzaam probeerde hij te wennen aan het licht en na een paar minuten had hij zijn ogen volledig open.
Hij zag meteen dat hij inderdaad niet in Nederland was en toen hij zijn hoofd draaide zag hij ook dat hij niet alleen was in de kamer. Naast hem lag een oudere man met een lange grijze baard te slapen.
'Hebben ze mij nou in een kamer gestopt met een Turk?' zei hij hardop, maar toen hij merkte dat niemand hem hoorde en niemand hem kon verstaan, hield hij zijn mond. Hij besloot eerst de situatie maar eens onder controle te krijgen zodat hij zo snel mogelijk naar huis kon. Eerst moest hij dat verdomde infuus uit zijn arm krijgen zodat hij zijn gezicht kon wassen. Hij voelde zich raar een vies. Het was echter lastig zijn ogen open te houden. Met een grote inspanning lukte het hem inmiddels wel iets van beweging in zijn oogleden te krijgen, dat was in ieder geval een vooruitgang. Hij sleepte zichzelf uit zijn bed en liep naar de wastafel. Het was lastig zijn evenwicht te bewaren, want hij voelde zich slap en en misselijk, maar hij kwam na wat gestuntel toch bij de wasbak terecht. Hij zette de kraan aan en gooide een grote plens water over zijn gezicht. Hij nam ook een slok, maar spuugde het water gelijk weer uit toen hij zich bedacht dat hij in een vreemd land was, waar hij het water mogelijk niet kon drinken.
Hij keek in de spiegel en schrok zich toen de pleuris. Hij begon keihard te schreeuwen en trok aan zijn gezicht, wat hem dusdanig pijn deed dat hij op de grond stortte waar hij weer wild om zich heen begon te schoppen en slaan.
'Wat hebben jullie godverdomme gedaan! Waarom zie ik eruit als een zandneger, als een vieze kankerturk!' In ongeloof voelde hij nogmaals met een hand aan zijn gezicht en opnieuw voelde hij de ruwe huid en de baard en snor die hij nooit had gehad.
De zusters kwamen binnen rennen, maar durfden niet dichterbij te komen. Richard lag kermend van de pijn in zijn gezicht op de grond te spartelen en ze waren bang dat hij hen pijn zou doen. Niet goed wetende wat te doen lieten ze hem zichzelf wat uitputten, zodat ze hem opnieuw konden verdoven en op bed konden leggen.

Het eerste wat Richard deed toen hij wakker werd, was proberen aan zijn gezicht voelen of het geen droom was geweest, maar hij kon zich niet bewegen. Hij kon zijn ogen inmiddels al makkelijk open en dicht doen en zag dat het infuus weer in zijn arm was geplaatst. Erboven zat dit maal een dikke leren band waarmee hij aan het bed was vastgemaakt. Hij probeerde zijn armen los te rukken, maar merkte al snel dat er geen beweging in te krijgen was. Er moest een andere manier gevonden worden om hier uit te komen. De harde realiteit sloeg hem echter alsnog om zijn oren toen hij zijn bovenlip naar zijn neus bracht en de borstelige snor voelde prikken. De zuster kwam binnen lopen en liep op hem af.
'You quiet now mister?'
'Yes, I quiet. Very relax.' zei hij nerveus.
'If you make trouble, the things must be on.' Ze wees naar de armbanden.
'Yes, I am sorry, I quiet now. Can things eraf? I in control, control, you know controle?'
De zuster begon een beetje te lachen en haalde de leren riemen van zijn polsen af. Richard knikte vriendelijk en probeerde toen weer te ontspannen. Als het donker werd buiten moest hij dit ziekenhuis uitkomen. Wat hij ging doen als hij eenmaal buiten was zag hij dan wel. Hij moest hoe dan ook terug naar Nederland, terug naar Kuifje.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten