dinsdag 14 oktober 2014

Moonshiner

Het jaar 2014 telt nog 79 dagen. Om de pijn te verlichten van het korter worden der dagen breng ik u elke dag één van mijn persoonlijke, met zorg samengestelde, top 100 nummers aller tijden, met aan elk nummer een associatief verhaal of gedicht verbonden.  


Nummer 79: Bob Dylan - Moonshiner
Niet Dylan, maar hij stond niet op youtube, dus hierbij een namaak-dylan, hehe

Er stapt een viezige man de kroeg in. Je ziet hem op een andere man afstappen en hem een verhaal vertellen. Je bekijkt hem en merkt op dat de handgebaren wat geacteerd lijken, veel te overdreven. Je gelooft niet dat iemand daar in zou kunnen trappen. Maar het doel wordt bereikt, de andere man grijpt naar zijn portemonnee en hij geeft hem een tientje.
Nu komt hij op jou af. Je bent vastberaden en gaat hem geen geld geven. Je voelt een spanning in je maag opstaan en je walgt van de hele situatie. Je schept genoegen in je standvastigheid, maar je denkt aan een artikel wat je laatst las waarin stond dat het doneren aan de armen wel degelijk een positief effect heeft. Wat een miserabel mannetje ben je soms toch ook. Het artikel was goed geschreven, was betrouwbaar, maar je besloot het niet te geloven, uit een soort gemakzucht; om maar bij je eigen oude idealen te blijven.
De zweverige man piept of hij je wat mag vragen. Je twijfelt, hij stinkt naar alcohol en urine, maar knikt toch maar.
'Mijn dochter is heel erg ziek.' zegt hij met een uitgeputte stem. Haar medicijnen kosten meer dan 30 euro per dag en ze heeft ze elke dag nodig om in leven te blijven. Het spijt me dit te moeten vragen, maar ik kan het niet betalen, heeft u misschien een kleine bijdrage.'
Je duwt je lippen wat tegen elkaar, fronst en schudt van nee. De viezige man druipt af. Wat een slecht verzonnen verhaal, maar wat een klootzak ben je zelf weer. Deze dingen hoeven geen leugens te zijn, wat als het waar was, je hebt genoeg geld om er wat van te missen. Je bent al vaak genoeg in de zeik genomen toen je gul en openhartig was, maar nu ben je dat andere uiterste, een laffe vrek.

Je schrikt op, omdat er iemand zacht op je schouder tikt. Het is de man die net een tientje gaf aan de zwerver. Hij is mager en zijn adem is doordrenkt met bier en wodka.
Met een hese stem vraagt hij of hij wat mag zeggen.
Je perst er een vertwijfelde 'ja hoor' uit en probeert de magere man aan te kijken. Het is geen pretje, want hij is smoezelig. Je wilt mensen niet zo beoordelen, maar je bent te zwak het niet te doen.
'Ik wil graag vertellen dat die man die u net af wees u geen leugenaar is, maar echt voor zijn zieke dochter moet zorgen en echt elke dag 30 euro nodig heeft. Hij heet Dylan, ik ken hem al heel lang en ik vind het hartverscheurend te zien hoe hij zijn leven opoffert in dienst van zijn dochter. Ik zeg niet dat u hem geld moet geven, want ik ken uw omstandigheden niet, maar ik vraag u alleen maar niet slecht over hem te denken.'
De man loopt weer naar zijn plaats en je voelt je vreselijk. Hoewel vies, torenen beide mannen in moreel opzicht hoog boven jou uit. Je besluit Dylan op te zoeken en hem alsnog wat geld geven.
Zodra je het café uit komt zie je hem staan, schijnbaar in gedachten verzonken. Je stapt op hem af, verontschuldigt je en geeft hem maar liefst 50 euro want 'met dat tientje van net heeft u dan meteen twee dagen compleet'. Hij lacht, bedankt je hartelijk en loopt dan snel weg.
Je voelt je goed en voldaan. 50 euro was wel wat veel, maar je hebt een meisje aan haar medicatie geholpen en een man morgen een dagje vrij gegeven van het eeuwige beschamende bedelen.
Je loopt de straat uit, maar ziet dan in de verte Dylan weer lopen. Hij komt iemand tegen en schudt hem de hand; het is de magere man van het tientje. Ze stappen samen een kroeg in. Je voelt je maag samentrekken en je vuisten ballen. Je bent in de zeik genomen. Wat een idioot ben je toch weer geweest, iedere keer opnieuw. Maar dit keer laat je niet over je heen lopen, je gaat verhaal halen, je gaat hier iets aan doen.
Je stormt de kroeg in en ziet daar de twee mannen aan de bar zitten. Ze zitten voorovergebogen en slaan een klein watertje naar achter. Je stokt en ziet hun lamlendige gezichten en hun miezerige lichaampjes voor je ogen wegkwijnen. De magere man hoest en steekt zijn vinger omhoog om nog iets te bestellen. Je haalt diep adem en loopt de kroeg weer uit. Het is de beste beslissing van de dag.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten