zaterdag 4 oktober 2014

Hermods Ride To Hell

Het jaar 2014 telt nog 89 dagen. Om de pijn te verlichten van het korter worden der dagen breng ik u elke dag één van mijn persoonlijke, met zorg samengestelde, top 100 nummers aller tijden, met aan elk nummer een associatief verhaal of gedicht verbonden.  
 

Nummer 89: Amon Amarth - Hermods Ride to Hell 


In de late middag in een groot donker bos, raasde een reusachtig paard met op zijn rug de woeste Noorse God Hermod. Zijn gezicht was in een diepe grimas vertrokken en hij spoorde het paard aan om harder te gaan; harder en harder. Zijn taak was duidelijk: “Slechts als de hele wereld zal wenen, zal Baldur weer terug keren naar het land der levenden”, was hem gezegd; hij had het geaccepteerd; hij ging het volbrengen.
Hij kwam aan bij een klein huis waar een klein lichtje brandde. Hij gooide de deur open, liep naar binnen en schreeuwde hard naar een oud vrouwtje die hem vanaf haar tafel rustig aankeek: 'Huil oude vrouw, Gij zult wenen, janken, tranen tuiten. Mijn broer Baldur is overleden en iedereen zal wenen opdat hij terug kan keren.
'Sorry, maar ik ken Baldur helaas niet. Was hij een goede broer?'
'Een goede broer?', krijste Hermod uit. Hij was zichtbaar uit het veld geslagen.
'Ja, was het een lieve jongen?'
Hermod richtte zichzelf op, spande zijn armen aan en sloeg met zijn enorme vuist hard op tafel.
'Baldur is de God van het licht, het goede, het schone, de rechtvaardigheid en de lente. Hij is de perfecte zoon van Odin en straalt licht vanuit ieder lichaamsdeeltje.' Hij draaide zijn hoofd richting de hemel, richtte zijn hand omhoog en bulderde verder: 'Baldur, mijn perfecte broer, onsterfelijk voor alle pijlen behalve die gemaakt van de Maretak, de pijl die Loki hem deed vermoorden, volkomen ten onrechte. Baldur was de best gehumeurde, meest wijze, meest..'

In verbazing zag hij hoe het vrouwtje van haar stoel opstond en richting het fornuis liep. Daar zette ze het vuur aan en bleef er even geduldig naar kijken. Hermod keek haar na en wist niet wat te zeggen. Ze zette een grote mok voor hem neer en opende de koekjestrommel.
'Pak maar een lekkere kletskop, dat is altijd lekker', zei ze met haar zachte krakerige stem.
'Maar mijn broer Baldur!'
'Stil maar.' Ze maande hem aan tot zitten en aaide hem, toen hij eenmaal zat, rustig over zijn wilde blonde krullenbos. 'Alles komt weer goed lieve jongen. Vandaag lijkt het nog het einde van de wereld en morgen zal het niet beter zijn, maar er komt een tijd wanneer de pijn wat lichter voelt en alles wat dragelijk begint te worden'
'Maar het is echt het einde van het wereld! De voorspelde Ragnarok komt eraan, het einde is nabij'
'Natuurlijk knul, het einde is altijd nabij, maar hier ben je, in leven, en hier ben ik, ook in leven. Al 84 jaar heb ik mensen geboren zien worden en ook weer zien sterven en altijd lijkt het weer het einde van de wereld. Maar de wereld gaat door, de tijd passeert en we vergeten die dingen weer.
'Maar, Baldur, hij, hij is, hij is, dood'
Zichtbaar verward keek Hermod de oude vrouw met de geruststellende glimlach aan. Hij wilde nog iets zeggen, maar hij kreeg niets meer uit zijn keel. Zijn ogen vulde zich plots met dikke tranen en voordat hij het zich besefte barstte hij in een vreselijk gejank uit.
'Ik mis hem zo', schokte hij.
'Kom maar jongen, mis hem maar, zo hoort dat.'
Ze pakte zijn grote hoofd beet en hield het tegen haar borst.
En zo stonden ze daar voor wel 10 minuten. Toen hij een beetje uitgesnikt was, keek hij omhoog en zag dat hij heel haar jurk nat had gemaakt.
'Oh, ik schaam me zo, heel uw jurk zeiknat, oh.
'Och jongen, die droogt vanzelf wel op. Gaat het al weer een beetje, moet je nog een kletskoek'
'Ja!' zei hij met een nog nasnikkende beteuterde stem.

Hij at het koekje in één hap op, stond toen op en schudde zijn hoofd om alles weer even op een rijtje te krijgen. Hij legde zijn hand op zijn borst, haalde een paar keer diep adem en gromde even. 'Mevrouw' zei hij kortaf, alsof hij zich nu pas besefte wat er was gebeurd.
'Meneer', zei ze glimlachend terug.

Hij stapte naar buiten, riep zijn reusachtige paard bij hem, sprong erop en reed de ondergaande zon tegemoet.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten