Het jaar 2014 telt nog 91 dagen. Om de
pijn te verlichten van het korter worden der dagen breng ik u elke
dag één van mijn persoonlijke, met zorg samengestelde, top 100 nummers
aller tijden, met aan elk nummer een associatief verhaal of gedicht
verbonden.
Nummer 91: Faust - Meadow Meal
Na een onzekere periode, van wat zo'n drie maanden moet zijn geweest, word ik de fel verlichte kamer ingeleid, waar ik mijn gesprek heb. Een kleine zweterige man brengt mij voorzichtig naar een tafel, maant mij te zitten en neemt dan zelf plaats tegenover mij. 'Hallo', hij kijkt even snel naar de papieren die hij op zijn klembord heeft zitten, 'meneer Farhadi'. Hij probeert een glimlach op zijn mond te toveren, maar slaagt hier maar half in. 'Goedendag,' zeg ik zo zelfverzekerd mogelijk terug. 'Goedendag ja, ik ga u wat vragen stellen meneer Farhadi. Is dat goed?'
Hij veegt wat druppels zweet weg van
zijn voorhoofd. Een grote druppel valt op zijn grijze wollen spencer,
waarvan ik mij afvraag waarom hij deze aan heeft. Het is niet alsof
het hem er netter uit laat zien, want onderaan is het ding gerafeld
en viezig. Misschien is hij het vergeten uit te doen en zit hij
daarom nu zo te zweten. 'Ja, dat is goed, ik antwoord'.
'Vraag nummer één', weer die
geforceerde halve glimlach, 'wat vindt u van dit meisje?' Vanachter
zijn klembord pakt hij een foto van een schaars geklede dame en toont
deze aan mij. Ik weet niet goed wat ik moet zeggen. Het is een mooie
dame, maar haar kledingstijl komt op mij nogal provocerend over en ze
is vrij jong. Wat wil hij eigenlijk met deze vraag? Wat zal het goede
antwoord zijn? Ik zal wel antwoorden hoe hij wil dat ik antwoord.
'Nee', stamel ik, 'Dit meisje te bloot zijn, is, is niet goed voor
haar en familie niet fijn zijn.' De man kijkt me teleurgesteld aan en
schudt langzaam zijn hoofd. Had ik het verkeerde antwoord?
'Nee, meneer Farhadi, dit meisje heeft
alle recht om er zo bij te lopen. In dit land zijn we vrij om zelf te
kiezen hoe wij er uit zien en dus ook om onszelf op deze wijze te
etaleren.' Mijn 3-weekse spoedcursus Nederlands omvatte het woord
'etaleren' niet, maar ik geloof dat ik begrijp wat deze vreemde man
aan mij duidelijk wilt maken. Ik knik maar en probeer een glimlach op
mijn mond te toveren. 'Ik snap het, zo is het in Nederland'. 'Ja,
meneer Farhadi, zo is het in Nederland en zo vindt iedereen het hier,
dus u nu ook. Toch?'
Wat moet ik zeggen? Ik ben het er
helemaal niet mee eens, maar ik kan de woorden niet vinden om met
deze man de discussie aan te gaan en de moed niet opbrengen het te
doen. Ik wil die verblijfsvergunning, ik moet wel! 'Ja, vind ik ook.'
Het mannetje knikt en maakt met een serieus gezicht aantekeningen op
zijn klembord. 'Goed zo meneer Farhadi.' In de achtergrond van de
kamer produceert een vaag apparaat een indringend gezoem. Het werkt
duidelijk op de zenuwen van het mannetje, die er constant geërgerd
naar kijkt, maar hij zegt er niets over.
'Vraag nummer 2, meneer Farhadi, wat
vindt u van het eten van Varkensvlees in een lekkere stamppot?' Hij
kijkt mij weer aan met die kleine varkensoogjes van hem, maar zodra
hij merkt dat ik hem terug aan kijk, slaat hij zijn hoofd neer om
naar niets te turen op zijn klembord. 'Ik eet varkensvlees niet.
Vlees is niet rein volgens de Islam.' Ik kan een diepe oprechte
teleurstelling lezen in zijn ogen en hij bijt hard de achterkant van
zijn pen. 'Nee, meneer Farhadi, varkensvlees is hier heel normaal om
te eten, dus ook voor u. U zult u wel moeten aanpassen om hier te
leven begrijpt u, en een lekkere stamppot met spek kunt u natuurlijk
niet zo maar afslaan. Ik zal er hoogst persoonlijk voor zorgen dat u
vanavond een lekkere stamppot met spek te eten krijgt.' Hij krast wat
op zijn klembord en steekt zijn hand naar mij uit. 'Tot morgen meneer
Farhadi, dan zal ik u weer wat vragen stellen en eet smakelijk heh'
Gisteren
werd ik in het Arabisch benaderd door een jongen van een jaar of 17,
die zich voorstelde als Kasim, met de vraag of ik niet eens een
klusje voor hem wilde doen. 'Wat voor klusje is het?' 'Gewoon, een
klusje. Ik heb gezien dat jij naar buiten kan om boodschappen te doen
en dan kan je het klusje doen. Ik mag niet naar buiten en kan het
niet doen.' Ik zei dat ik niet geïnteresseerd was, maar hij bleef
aandringen. 'Als je het klusje 1 keer doet, krijg je wat geld. Doe je
het nog een keer, weet je, wat meer geld. En als je wat meer geld
hebt, weet je, dan kan je misschien een huisje hebben hier. Ik heb
wel een huisje voor je, weet je, niet zo duur, maar dan moet je eerst
het klusje doen, want jou vertrouwen ze, jij mag zo naar buiten.'
Terwijl hij dit zei klopte hij mij vriendelijk, maar volhardend, op
de schouder en keek me strak aan, met een strakke glimlach op zijn
gezicht. Ik zei hem nogmaals dat ik niet geïnteresseerd was. Hij
droop af, maar behield de glimlach alsof hij dacht dat ik nog op mijn
schreden terug zou keren.
'Meneer Farhadi, fijn om u weer terug
te zien. Voordat ik u weer wat vragen ga stellen wil ik u graag
vertellen over het participatiecontract. Dat is namelijk waar we
uiteindelijk heen willen natuurlijk.
Wat zei hij nou een contract? 'Wilt u
contract met mij'? 'Ja, maar natuurlijk. Wij, als Nederlandse
bevolking, willen graag een contract met u aangaan. U mag dan in
Nederland verblijven en wij vragen u alleen maar te handelen, te
leven en te denken als een volmaakt Nederlander, begrijpt u?' Ik
stamelde: 'Ik moet denken als een Nederlander?' 'Ja, dat klopt
helemaal' zei hij weer met die geforceerde glimlach. En nu wil ik
graag snel weer verdergaan met de verdere vragenlijst.'
'Vraag nummer 3: Hoe staat tegenover
het roken van wiet'. Hij kijkt mij hoopvol aan, maar ik moet hem
helaas teleurstellen. 'Wat is wiet'? Hij schudt met zijn hoofd en
zegt dan 'Wiet! Wiet, lekker roken!' Hij pakt een velletje papier,
rolt deze op, doet alsof hij het aansteekt en tolt wat met zijn
hoofd, alsof hij dronken is. 'Wiet is drugs? Ik doe geen drugs'
vertel ik hem twijfelachtig. 'Wiet is geen drugs meneer Farhadi. Het
is soft-drugs; onschuldig vermaak. Iedereen rookt het hier en u
binnenkort ook als u een volwaardig Nederlander wilt zijn.'
Hij begint neurotisch op zijn klembord
te schrijven. Het zweet druppelt weer hevig op dezelfde spencer als
gisteren. Dan kijkt hij omhoog, kijkt mij vervreemdend vrolijk aan en
zegt 'Ik heb vanavond een goede joint voor u geregeld en ik neem nu
afscheid van u, want u gaat mij niet meer tegen komen. Jammer heh.'
Hij probeert hierbij te lachen, maar het mislukt en hij verslikt zich
in zijn eigen slijm. Nadat hij is uitgehoest, geeft hij mij een hand
en fluistert hij zachtjes 'Veel succes morgen met de initiëring, het
gaat vast heel leuk worden.' Ik kijk hem bangig aan en fluister terug
'Wat is morgen?'. 'Dat ga ik natuurlijk niet verklappen meneer
Farhadi, maar het is een oer-Hollandse traditie, een van de mooiste
en meest kenmerkende dingen van Nederland. Ik verzeker u dat u dat
het enorm naar uw zin gaat hebben.' Hij lacht een vreemd vies lachje
en schuifelt dan de kamer uit.
Heb ik er wel goed aan gedaan dat
jointje op te roken? Het was verschrikkelijk. Mijn witte sokken zijn
helemaal grijs geworden van de vieze vloer. Het is duidelijk
zichtbaar in dit vreselijke felle TL-licht van, ja, mijn kamer. Ik
mag al lang blij zijn dat ik een eigen kamer heb en de vrijheid die
ze mij gegeven. Maar God, wat een vreselijke toestanden zeg. Ik kan
dat contract toch niet tekenen, tenminste, hoe bestaat zoiets in
godsnaam, mensen dwingen zoals hen te gaan denken, onwerkelijk echt.
God, wat een steek in mijn hoofd zeg, ongelofelijk, aaauww. Hou je
taai en ik mag niet twijfelen, niet nu, hou je taai, ik heb voor het
risico gekozen terug in Iran, ik heb er bewust voor gekozen die
woorden te schrijven en verspreiden, alleen nu kan ik niet meer
kiezen. Tenminste, ik kan wel kiezen, maar er zijn alleen maar
kwaden. Of een of ander krankzinnig contract tekenen, en hoe gaan ze
me daar überhaupt op controleren, of naar Kasim. Wat een eng ventje
is dat, zo met dat vreemde litteken ook en die half gebroken tand.
Naar Kasim gaan zou pure waanzin zijn natuurlijk, gestoord,
drugskoerier zijn, ik zou het helemaal niet durven. Met al die
vreselijke mensen, wat een positie heb ik mezelf in gesleept. Wat een
idioot land is dit toch ook, met hun absurde systemen tegenover
vreemdeling, nee geen vreemdelingen, gewoon, tegen andere mensen,
ongelofelijk, waarom ben ik hier beland, waarin precies in Nederland,
maar nu kan ik niet meer weg, ik moet wel, ik moet dat walgelijke
contract wel tekenen, oooh ik moet wel, oooh mijn maag, ik moet
kotsen, oh nee, ik heb helemaal geen zin om te kotsen, oh god, hier
komt het.
'Meneer Farhadi? In mijn kamer staat
plots een schaars geklede vrouw. Maar de slierten kots hangen nog aan
mijn kin en ik moet nog een keer overgeven. 'Wacht' roep ik naar haar
en leeg dit keer heel mijn maag. Ik was mijn gezicht en kom vanuit
mijn kleine badkamer mijn grotere kamer weer in en zie de vrouw op
mijn bed zitten. 'Hallo, wie is jij''? Ze kijkt me een enigszins
nonchalant en een beetje speels aan en zegt dan met een hoog
stemmetje 'Kat, maar je mag me ook Kitty noemen hoor' en terwijl ze
dit zegt graait ze met haar handje in de lucht als een tijger. 'Wat
doe jij hier, Kitty?' 'Wat denk je zelf schatje, ik ben hier voor jou
natuurlijk, en ik ga jou eens lekker verwennen.'
Ze steekt een sigaret op en biedt mij
er ook een aan. Ik rook niet, maar vanwege de verwarring neem ik het
ding aan en hou het in mijn handen. 'Jij, mij, verwen?' Ja, ik ben
helemaal gratis voor jou, betaald door de Nederlandse staat die graag
een nieuwe burger verwelkomt. Ik ben, zeg maar, de handtekening van
het contract wat je met Nederland aangaat'. 'Maar ik heb vrouw! In
Iran'. 'De meeste mannen die ik verwen hebben een vrouw hoor, dat is
toch helemaal niet erg. Dat is juist goed. De echte Hollandse spirit,
lekker vrij en ruimdenkend'. Ze gooit haar haar los en begint haar
schoenen uit te trekken. Ik wil haar stoppen, maar ik voel weer een
braakneiging opkomen en ren terug naar mijn badkamertje.
'Gaat het daar wel een beetje?' hoor
ik haar roepen terwijl er met de grootste moeite een paar laatste
druppels gal uit mijn keel komen. 'Ja, nee, ik niet weet'.
Als ik terug de kamer in kom zit ze
naakt op het bed en kijkt mij verleidelijk aan. Ze is mooi, en jong.
'Kom je hier tijger, zet die handtekening, stop die pen in het potje
en zet die John HanCock!' Ze moet zelf een beetje om lachen om haar
schunnigheid, maar ze blijft verleidelijk. Ik staar haar met grote
ogen aan en besef nu pas in wat voor situatie ik ben beland. Dit kan
niet, dit wil ik helemaal niet. 'Nee, dit mag niet. Jij nu weg' zeg
ik zo duidelijk mogelijk. 'Maar schatje, wil je deze dan niet', ze
knijpt haar borsten een beetje samen en duwt haar tepels richting mij
ogen. 'Nee, nee, nee. Dit is niet goed.' Ik wil zo graag zeggen dat
dit moreel totaal verkeerd is, dat zij dit ook niet hoeft te doen,
dat dit op alle mogelijk niveaus fout is, maar ik kom niet op de
woorden, ik kan niet op de woorden komen, ik ken heel de woorden
niet.'
Ik doe de deur van mijn kamer open
naar de gang. Kitty schrikt zichtbaar, want ze is naakt en iedereen
kan zo naar binnen kijken. 'Doe die deur dicht!' schreeuwt ze. 'Ja,
jij gaat.' 'Maar ik kan niet gaan, ik ben jouw handtekening.' 'Ik wil
niet'. Ik zie dat ze het vervelend vindt dat de deur open staat en
besef me dat dit alles niet haar schuld is en doe de deur dicht. Ik
zoek alle Nederlandse woorden in mijn systeem en zeg 'Ik, jij, niets
doen, maar zeggen tegen Nederland, wij hebben doen, en dan contract
is ok'. Ze kijkt me aan en schud dan haar hoofd en zegt 'Nee, ik sta
onder ede'. 'Wat is 'onder ede''. 'Ik heb een belofte gemaakt, aan de
rechtbank van Nederland, ik mag niet liegen over wat hier is gebeurd.
Ik kijk haar aan en schud dan met mijn
hoofd. 'Kleed aan' zeg ik haar. Ze kleed ze twijfelend aan en zodra
ze aangekleed is doe ik de deur open. 'Sorry', zeg ik, 'geen contract
voor mij'. Ze legt haar hand op mijn schouder, kijkt me neergeslagen
aan, zegt dan 'Succes met alles' en loopt de kamer uit.
Ik loop buiten, op het plein richting
een groep jongens die daar een beetje in de hoek hangen. Kasim is
erbij, ik zie hem zitten met zijn indringende ogen en zijn eeuwige
glimlach. Ik twijfel even, maar stap dan op hem af. Kasim heeft mij
nog niet gezien, maar het voelt alsof hij weet dat ik er ben en alsof
ik al uren op dit plein aan het lopen ben. Een druppel valt op mijn
neus, een andere op mijn hand en binnen luttele seconden breekt de
hemel open en stort de regen met bakken naar beneden. De groep
jongens rent weg om onderdak te zoeken en ik sta stil, helemaal in
het midden van het plein, alleen, in de stromende regen.
Al snel ben ik doorweekt en lijkt het
water, na door mijn kleding te zijn gegaan, nu ook door mijn huid te
dringen en mijn botten koud te maken. Als een standbeeld in een
stortvloed sta ik op het plein. Mijn gedachten verdwijnen één voor
één totdat ik helemaal leeg ben, één met het moment en één met
de regen. Zonder het echt door te hebben ben ik keihard aan het
huilen en ik schreeuw. Ik schreeuw met alles wat ik heb, maar geluid
lost volledig op in het gekletter van de bui. Ik schreeuw mezelf
helemaal leeg, stort dan ineen op het plein, voel de regen minder
worden en kijk voor mezelf uit richting de lucht, waar misschien zo
de zon weer wil schijnen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten