donderdag 2 oktober 2014

Meadow Meal

Het jaar 2014 telt nog 91 dagen. Om de pijn te verlichten van het korter worden der dagen breng ik u elke dag één van mijn persoonlijke, met zorg samengestelde, top 100 nummers aller tijden, met aan elk nummer een associatief verhaal of gedicht verbonden.  


Nummer 91: Faust - Meadow Meal 
 

Na een onzekere periode, van wat zo'n drie maanden moet zijn geweest, word ik de fel verlichte kamer ingeleid, waar ik mijn gesprek heb. Een kleine zweterige man brengt mij voorzichtig naar een tafel, maant mij te zitten en neemt dan zelf plaats tegenover mij. 'Hallo', hij kijkt even snel naar de papieren die hij op zijn klembord heeft zitten, 'meneer Farhadi'. Hij probeert een glimlach op zijn mond te toveren, maar slaagt hier maar half in. 'Goedendag,' zeg ik zo zelfverzekerd mogelijk terug. 'Goedendag ja, ik ga u wat vragen stellen meneer Farhadi. Is dat goed?'
Hij veegt wat druppels zweet weg van zijn voorhoofd. Een grote druppel valt op zijn grijze wollen spencer, waarvan ik mij afvraag waarom hij deze aan heeft. Het is niet alsof het hem er netter uit laat zien, want onderaan is het ding gerafeld en viezig. Misschien is hij het vergeten uit te doen en zit hij daarom nu zo te zweten. 'Ja, dat is goed, ik antwoord'.
'Vraag nummer één', weer die geforceerde halve glimlach, 'wat vindt u van dit meisje?' Vanachter zijn klembord pakt hij een foto van een schaars geklede dame en toont deze aan mij. Ik weet niet goed wat ik moet zeggen. Het is een mooie dame, maar haar kledingstijl komt op mij nogal provocerend over en ze is vrij jong. Wat wil hij eigenlijk met deze vraag? Wat zal het goede antwoord zijn? Ik zal wel antwoorden hoe hij wil dat ik antwoord. 'Nee', stamel ik, 'Dit meisje te bloot zijn, is, is niet goed voor haar en familie niet fijn zijn.' De man kijkt me teleurgesteld aan en schudt langzaam zijn hoofd. Had ik het verkeerde antwoord?
'Nee, meneer Farhadi, dit meisje heeft alle recht om er zo bij te lopen. In dit land zijn we vrij om zelf te kiezen hoe wij er uit zien en dus ook om onszelf op deze wijze te etaleren.' Mijn 3-weekse spoedcursus Nederlands omvatte het woord 'etaleren' niet, maar ik geloof dat ik begrijp wat deze vreemde man aan mij duidelijk wilt maken. Ik knik maar en probeer een glimlach op mijn mond te toveren. 'Ik snap het, zo is het in Nederland'. 'Ja, meneer Farhadi, zo is het in Nederland en zo vindt iedereen het hier, dus u nu ook. Toch?'
Wat moet ik zeggen? Ik ben het er helemaal niet mee eens, maar ik kan de woorden niet vinden om met deze man de discussie aan te gaan en de moed niet opbrengen het te doen. Ik wil die verblijfsvergunning, ik moet wel! 'Ja, vind ik ook.' Het mannetje knikt en maakt met een serieus gezicht aantekeningen op zijn klembord. 'Goed zo meneer Farhadi.' In de achtergrond van de kamer produceert een vaag apparaat een indringend gezoem. Het werkt duidelijk op de zenuwen van het mannetje, die er constant geërgerd naar kijkt, maar hij zegt er niets over.
'Vraag nummer 2, meneer Farhadi, wat vindt u van het eten van Varkensvlees in een lekkere stamppot?' Hij kijkt mij weer aan met die kleine varkensoogjes van hem, maar zodra hij merkt dat ik hem terug aan kijk, slaat hij zijn hoofd neer om naar niets te turen op zijn klembord. 'Ik eet varkensvlees niet. Vlees is niet rein volgens de Islam.' Ik kan een diepe oprechte teleurstelling lezen in zijn ogen en hij bijt hard de achterkant van zijn pen. 'Nee, meneer Farhadi, varkensvlees is hier heel normaal om te eten, dus ook voor u. U zult u wel moeten aanpassen om hier te leven begrijpt u, en een lekkere stamppot met spek kunt u natuurlijk niet zo maar afslaan. Ik zal er hoogst persoonlijk voor zorgen dat u vanavond een lekkere stamppot met spek te eten krijgt.' Hij krast wat op zijn klembord en steekt zijn hand naar mij uit. 'Tot morgen meneer Farhadi, dan zal ik u weer wat vragen stellen en eet smakelijk heh'

Gisteren werd ik in het Arabisch benaderd door een jongen van een jaar of 17, die zich voorstelde als Kasim, met de vraag of ik niet eens een klusje voor hem wilde doen. 'Wat voor klusje is het?' 'Gewoon, een klusje. Ik heb gezien dat jij naar buiten kan om boodschappen te doen en dan kan je het klusje doen. Ik mag niet naar buiten en kan het niet doen.' Ik zei dat ik niet geïnteresseerd was, maar hij bleef aandringen. 'Als je het klusje 1 keer doet, krijg je wat geld. Doe je het nog een keer, weet je, wat meer geld. En als je wat meer geld hebt, weet je, dan kan je misschien een huisje hebben hier. Ik heb wel een huisje voor je, weet je, niet zo duur, maar dan moet je eerst het klusje doen, want jou vertrouwen ze, jij mag zo naar buiten.' Terwijl hij dit zei klopte hij mij vriendelijk, maar volhardend, op de schouder en keek me strak aan, met een strakke glimlach op zijn gezicht. Ik zei hem nogmaals dat ik niet geïnteresseerd was. Hij droop af, maar behield de glimlach alsof hij dacht dat ik nog op mijn schreden terug zou keren.

'Meneer Farhadi, fijn om u weer terug te zien. Voordat ik u weer wat vragen ga stellen wil ik u graag vertellen over het participatiecontract. Dat is namelijk waar we uiteindelijk heen willen natuurlijk.
Wat zei hij nou een contract? 'Wilt u contract met mij'? 'Ja, maar natuurlijk. Wij, als Nederlandse bevolking, willen graag een contract met u aangaan. U mag dan in Nederland verblijven en wij vragen u alleen maar te handelen, te leven en te denken als een volmaakt Nederlander, begrijpt u?' Ik stamelde: 'Ik moet denken als een Nederlander?' 'Ja, dat klopt helemaal' zei hij weer met die geforceerde glimlach. En nu wil ik graag snel weer verdergaan met de verdere vragenlijst.'
'Vraag nummer 3: Hoe staat tegenover het roken van wiet'. Hij kijkt mij hoopvol aan, maar ik moet hem helaas teleurstellen. 'Wat is wiet'? Hij schudt met zijn hoofd en zegt dan 'Wiet! Wiet, lekker roken!' Hij pakt een velletje papier, rolt deze op, doet alsof hij het aansteekt en tolt wat met zijn hoofd, alsof hij dronken is. 'Wiet is drugs? Ik doe geen drugs' vertel ik hem twijfelachtig. 'Wiet is geen drugs meneer Farhadi. Het is soft-drugs; onschuldig vermaak. Iedereen rookt het hier en u binnenkort ook als u een volwaardig Nederlander wilt zijn.'
Hij begint neurotisch op zijn klembord te schrijven. Het zweet druppelt weer hevig op dezelfde spencer als gisteren. Dan kijkt hij omhoog, kijkt mij vervreemdend vrolijk aan en zegt 'Ik heb vanavond een goede joint voor u geregeld en ik neem nu afscheid van u, want u gaat mij niet meer tegen komen. Jammer heh.' Hij probeert hierbij te lachen, maar het mislukt en hij verslikt zich in zijn eigen slijm. Nadat hij is uitgehoest, geeft hij mij een hand en fluistert hij zachtjes 'Veel succes morgen met de initiëring, het gaat vast heel leuk worden.' Ik kijk hem bangig aan en fluister terug 'Wat is morgen?'. 'Dat ga ik natuurlijk niet verklappen meneer Farhadi, maar het is een oer-Hollandse traditie, een van de mooiste en meest kenmerkende dingen van Nederland. Ik verzeker u dat u dat het enorm naar uw zin gaat hebben.' Hij lacht een vreemd vies lachje en schuifelt dan de kamer uit.

Heb ik er wel goed aan gedaan dat jointje op te roken? Het was verschrikkelijk. Mijn witte sokken zijn helemaal grijs geworden van de vieze vloer. Het is duidelijk zichtbaar in dit vreselijke felle TL-licht van, ja, mijn kamer. Ik mag al lang blij zijn dat ik een eigen kamer heb en de vrijheid die ze mij gegeven. Maar God, wat een vreselijke toestanden zeg. Ik kan dat contract toch niet tekenen, tenminste, hoe bestaat zoiets in godsnaam, mensen dwingen zoals hen te gaan denken, onwerkelijk echt. God, wat een steek in mijn hoofd zeg, ongelofelijk, aaauww. Hou je taai en ik mag niet twijfelen, niet nu, hou je taai, ik heb voor het risico gekozen terug in Iran, ik heb er bewust voor gekozen die woorden te schrijven en verspreiden, alleen nu kan ik niet meer kiezen. Tenminste, ik kan wel kiezen, maar er zijn alleen maar kwaden. Of een of ander krankzinnig contract tekenen, en hoe gaan ze me daar überhaupt op controleren, of naar Kasim. Wat een eng ventje is dat, zo met dat vreemde litteken ook en die half gebroken tand. Naar Kasim gaan zou pure waanzin zijn natuurlijk, gestoord, drugskoerier zijn, ik zou het helemaal niet durven. Met al die vreselijke mensen, wat een positie heb ik mezelf in gesleept. Wat een idioot land is dit toch ook, met hun absurde systemen tegenover vreemdeling, nee geen vreemdelingen, gewoon, tegen andere mensen, ongelofelijk, waarom ben ik hier beland, waarin precies in Nederland, maar nu kan ik niet meer weg, ik moet wel, ik moet dat walgelijke contract wel tekenen, oooh ik moet wel, oooh mijn maag, ik moet kotsen, oh nee, ik heb helemaal geen zin om te kotsen, oh god, hier komt het.

'Meneer Farhadi? In mijn kamer staat plots een schaars geklede vrouw. Maar de slierten kots hangen nog aan mijn kin en ik moet nog een keer overgeven. 'Wacht' roep ik naar haar en leeg dit keer heel mijn maag. Ik was mijn gezicht en kom vanuit mijn kleine badkamer mijn grotere kamer weer in en zie de vrouw op mijn bed zitten. 'Hallo, wie is jij''? Ze kijkt me een enigszins nonchalant en een beetje speels aan en zegt dan met een hoog stemmetje 'Kat, maar je mag me ook Kitty noemen hoor' en terwijl ze dit zegt graait ze met haar handje in de lucht als een tijger. 'Wat doe jij hier, Kitty?' 'Wat denk je zelf schatje, ik ben hier voor jou natuurlijk, en ik ga jou eens lekker verwennen.'
Ze steekt een sigaret op en biedt mij er ook een aan. Ik rook niet, maar vanwege de verwarring neem ik het ding aan en hou het in mijn handen. 'Jij, mij, verwen?' Ja, ik ben helemaal gratis voor jou, betaald door de Nederlandse staat die graag een nieuwe burger verwelkomt. Ik ben, zeg maar, de handtekening van het contract wat je met Nederland aangaat'. 'Maar ik heb vrouw! In Iran'. 'De meeste mannen die ik verwen hebben een vrouw hoor, dat is toch helemaal niet erg. Dat is juist goed. De echte Hollandse spirit, lekker vrij en ruimdenkend'. Ze gooit haar haar los en begint haar schoenen uit te trekken. Ik wil haar stoppen, maar ik voel weer een braakneiging opkomen en ren terug naar mijn badkamertje.
'Gaat het daar wel een beetje?' hoor ik haar roepen terwijl er met de grootste moeite een paar laatste druppels gal uit mijn keel komen. 'Ja, nee, ik niet weet'.
Als ik terug de kamer in kom zit ze naakt op het bed en kijkt mij verleidelijk aan. Ze is mooi, en jong. 'Kom je hier tijger, zet die handtekening, stop die pen in het potje en zet die John HanCock!' Ze moet zelf een beetje om lachen om haar schunnigheid, maar ze blijft verleidelijk. Ik staar haar met grote ogen aan en besef nu pas in wat voor situatie ik ben beland. Dit kan niet, dit wil ik helemaal niet. 'Nee, dit mag niet. Jij nu weg' zeg ik zo duidelijk mogelijk. 'Maar schatje, wil je deze dan niet', ze knijpt haar borsten een beetje samen en duwt haar tepels richting mij ogen. 'Nee, nee, nee. Dit is niet goed.' Ik wil zo graag zeggen dat dit moreel totaal verkeerd is, dat zij dit ook niet hoeft te doen, dat dit op alle mogelijk niveaus fout is, maar ik kom niet op de woorden, ik kan niet op de woorden komen, ik ken heel de woorden niet.'
Ik doe de deur van mijn kamer open naar de gang. Kitty schrikt zichtbaar, want ze is naakt en iedereen kan zo naar binnen kijken. 'Doe die deur dicht!' schreeuwt ze. 'Ja, jij gaat.' 'Maar ik kan niet gaan, ik ben jouw handtekening.' 'Ik wil niet'. Ik zie dat ze het vervelend vindt dat de deur open staat en besef me dat dit alles niet haar schuld is en doe de deur dicht. Ik zoek alle Nederlandse woorden in mijn systeem en zeg 'Ik, jij, niets doen, maar zeggen tegen Nederland, wij hebben doen, en dan contract is ok'. Ze kijkt me aan en schud dan haar hoofd en zegt 'Nee, ik sta onder ede'. 'Wat is 'onder ede''. 'Ik heb een belofte gemaakt, aan de rechtbank van Nederland, ik mag niet liegen over wat hier is gebeurd.
Ik kijk haar aan en schud dan met mijn hoofd. 'Kleed aan' zeg ik haar. Ze kleed ze twijfelend aan en zodra ze aangekleed is doe ik de deur open. 'Sorry', zeg ik, 'geen contract voor mij'. Ze legt haar hand op mijn schouder, kijkt me neergeslagen aan, zegt dan 'Succes met alles' en loopt de kamer uit.

Ik loop buiten, op het plein richting een groep jongens die daar een beetje in de hoek hangen. Kasim is erbij, ik zie hem zitten met zijn indringende ogen en zijn eeuwige glimlach. Ik twijfel even, maar stap dan op hem af. Kasim heeft mij nog niet gezien, maar het voelt alsof hij weet dat ik er ben en alsof ik al uren op dit plein aan het lopen ben. Een druppel valt op mijn neus, een andere op mijn hand en binnen luttele seconden breekt de hemel open en stort de regen met bakken naar beneden. De groep jongens rent weg om onderdak te zoeken en ik sta stil, helemaal in het midden van het plein, alleen, in de stromende regen.
Al snel ben ik doorweekt en lijkt het water, na door mijn kleding te zijn gegaan, nu ook door mijn huid te dringen en mijn botten koud te maken. Als een standbeeld in een stortvloed sta ik op het plein. Mijn gedachten verdwijnen één voor één totdat ik helemaal leeg ben, één met het moment en één met de regen. Zonder het echt door te hebben ben ik keihard aan het huilen en ik schreeuw. Ik schreeuw met alles wat ik heb, maar geluid lost volledig op in het gekletter van de bui. Ik schreeuw mezelf helemaal leeg, stort dan ineen op het plein, voel de regen minder worden en kijk voor mezelf uit richting de lucht, waar misschien zo de zon weer wil schijnen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten