Het jaar 2014 telt nog 33 dagen. Om de
pijn te verlichten van het korter worden der dagen breng ik u elke
dag één van mijn persoonlijke, met zorg samengestelde, top 100 nummers
aller tijden, met aan elk nummer een associatief verhaal of gedicht
https://www.youtube.com/watch?v=pOg0l7urbuw
Er was eens een jongen genaamd
Eensteentje. Hij was een rekenwonder, de beste in het land. Met zijn
berekeningen kon men grote dingen bouwen: een viaduct en een machtig
colosseum. Iedereen
hield van Eensteentje en toen hij 18 werd, werd hij tot ridder
geslagen.
Al zijn
riddercollegae liepen met hem weg. Allemaal, op één na: Q. De
opperridder van de ridderorde en de beste schrijver van het
koninkrijk. Op zijn tenue droeg hij een grote Q als de meest nobele
letter in het alfabet. Sinds kinds af aan hielden mensen van hem. Hij
was een genie.
Nu daar echter
Eensteentje aan het daglicht was verschenen leken mensen uitgekeken
op zijn schrijverskunsten. Hij werd langzaam van zijn voetstuk geduwd
en hij zag Eensteentje de sokkel al beklimmen. Hij was het zat en er
moest iets aan gedaan worden.
Op de grootste
feestdag van het land was Q nergens te bekennen. Hij was ver weg, ver
uit het land, naar de Kwamtumboom gegaan. Daar vervloekte hij
Eensteentje en dienst talent.
'Alle cijfers
worden letters
geen cijfers
blijft nu meer bestaan
Zo lang ik leef
zal dit gelden
Cijfers zijn nu
van de baan.'
De dag erna werd Eensteentje wakker, nog vrolijk tipsy van het feest.
Zijn riddercollega kwam binnen met de papieren van het nieuwe grootse
project ten ere van de koning. Toen Eensteentje de berekeningen wilde
lezen stonden de getallen plots uitgeschreven. In plaats van 7 stond
er nu zeven. Eensteentje zei verbaasd: 'Wat is dit, wat moet dit
wezen? Ik kan dit helemaal niet lezen'.
Zijn collega keek hem met verbazing aan en vroeg: 'Ben jij soms
analfabeet? Zodat jij niet van letters weet?' Eensteentje knikte en
liet zijn hoofd hangen. Hij had het altijd verborgen kunnen houden,
maar nu niet langer.
Hij verloor zijn baan en zijn positie in het koninkrijk. De mensen
waren echter zo boos, dat een ze ongeletterde tot ridder hadden
geslagen en dat ze hem het vertrouwen hadden geschonken om de
grootste gebouwen te maken, dat ze hem niet langer in het land wilde
hebben. Al zijn spullen werden afgepakt, hij werd verbannen naar de
dorre graslanden voorbij het bos. Ver weg, opdat hij nimmer terug kon
keren. Hij groeide oud en werd grijs en lelijk. Hij zag jarenlang
geen mens. In het land waren ze hem inmiddels alweer vergeten en Q
stond nu op eenzame hoogte als de grootste kunstenaar van zijn tijd.
Op een dag kwam er echter een jongetje uit het bos gewandeld. Hij zag
het armzalige hutje van Eensteentje op het dorre gras staan en vroeg
zich af wie daar zou kunnen wonen. Hij klopte aan en nog geen seconde
later stond de oude Eensteentje in slechts een onderbroek bij de deur
en schreeuwde: 'Wie is daar, na zo veel jaar?
wordt zeer binnenkort vervolgd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten