zaterdag 29 november 2014

VII

Het jaar 2014 telt nog 33 dagen. Om de pijn te verlichten van het korter worden der dagen breng ik u elke dag één van mijn persoonlijke, met zorg samengestelde, top 100 nummers aller tijden, met aan elk nummer een associatief verhaal of gedicht

Nummer 33: Aluk Todolo - VII
https://www.youtube.com/watch?v=pOg0l7urbuw


Er was eens een jongen genaamd Eensteentje. Hij was een rekenwonder, de beste in het land. Met zijn berekeningen kon men grote dingen bouwen: een viaduct en een machtig colosseum. Iedereen hield van Eensteentje en toen hij 18 werd, werd hij tot ridder geslagen.
Al zijn riddercollegae liepen met hem weg. Allemaal, op één na: Q. De opperridder van de ridderorde en de beste schrijver van het koninkrijk. Op zijn tenue droeg hij een grote Q als de meest nobele letter in het alfabet. Sinds kinds af aan hielden mensen van hem. Hij was een genie.
Nu daar echter Eensteentje aan het daglicht was verschenen leken mensen uitgekeken op zijn schrijverskunsten. Hij werd langzaam van zijn voetstuk geduwd en hij zag Eensteentje de sokkel al beklimmen. Hij was het zat en er moest iets aan gedaan worden.
Op de grootste feestdag van het land was Q nergens te bekennen. Hij was ver weg, ver uit het land, naar de Kwamtumboom gegaan. Daar vervloekte hij Eensteentje en dienst talent.
'Alle cijfers worden letters
geen cijfers blijft nu meer bestaan
Zo lang ik leef zal dit gelden
Cijfers zijn nu van de baan.'
De dag erna werd Eensteentje wakker, nog vrolijk tipsy van het feest. Zijn riddercollega kwam binnen met de papieren van het nieuwe grootse project ten ere van de koning. Toen Eensteentje de berekeningen wilde lezen stonden de getallen plots uitgeschreven. In plaats van 7 stond er nu zeven. Eensteentje zei verbaasd: 'Wat is dit, wat moet dit wezen? Ik kan dit helemaal niet lezen'.
Zijn collega keek hem met verbazing aan en vroeg: 'Ben jij soms analfabeet? Zodat jij niet van letters weet?' Eensteentje knikte en liet zijn hoofd hangen. Hij had het altijd verborgen kunnen houden, maar nu niet langer.

Hij verloor zijn baan en zijn positie in het koninkrijk. De mensen waren echter zo boos, dat een ze ongeletterde tot ridder hadden geslagen en dat ze hem het vertrouwen hadden geschonken om de grootste gebouwen te maken, dat ze hem niet langer in het land wilde hebben. Al zijn spullen werden afgepakt, hij werd verbannen naar de dorre graslanden voorbij het bos. Ver weg, opdat hij nimmer terug kon keren. Hij groeide oud en werd grijs en lelijk. Hij zag jarenlang geen mens. In het land waren ze hem inmiddels alweer vergeten en Q stond nu op eenzame hoogte als de grootste kunstenaar van zijn tijd.

Op een dag kwam er echter een jongetje uit het bos gewandeld. Hij zag het armzalige hutje van Eensteentje op het dorre gras staan en vroeg zich af wie daar zou kunnen wonen. Hij klopte aan en nog geen seconde later stond de oude Eensteentje in slechts een onderbroek bij de deur en schreeuwde: 'Wie is daar, na zo veel jaar?

wordt zeer binnenkort vervolgd. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten